...

Voor een PSMA PET/CT biedt de radioactieve tracer 18F-PSMA-11 enkele voordelen ten opzichte van de wereldwijd gebruikte 68Ga-PSMA-11. Het is bovendien een primeur dat een Belgisch ziekenhuis een radiofarmacon intern, van preklinische studie tot routine-onderzoek bij de patiënt, heeft ontwikkeld. In 2012 werd de 68Ga-PSMA PET geïntroduceerd in de nucleaire geneeskunde en de techniek wordt sindsdien almaar meer gebruikt. 68 Ga-PSMA-11 is inmiddels een populaire tracer voor het opsporen van een biochemisch recidief van prostaatcarcinoom na een curatieve behandeling. PSMA-11 is een kort peptide dat gelabeld wordt met een radionuclide (bijvoorbeeld Gallium-68), en dat bindt aan een prostaatspecifiek membraanantigen (PSMA). PSMA kent bij klinisch significante prostaatkanker een verhoogde expressie, die verder toeneemt bij dedifferentiatie of metastasering. Een PSMA PET-CT wint nu ook steeds meer aan belang voor de primaire staging van patiënten met hoogrisicoprostaatkanker, maar ook voor patiëntselectie en therapie-evaluatie bij een behandeling met Lutetium-177-PSMA. "Dat geeft weer dat het gebruik van de PSMA PET-CT enorm is toegenomen op korte tijd. Initieel was de meest gebruikte tracer inderdaad 68Ga-PSMA-11, maar omdat deze productie een generator vereist, is de capaciteit vrij beperkt. Om die beperking te overwinnen, hebben we gezocht naar een fluorvariant, die met een cyclotron wordt gemaakt, '' vertelt dr. Kathia De Man, adjunct-kliniekhoofd van de dienst Nucleaire Geneeskunde, UZ Gent. Bij de ontwikkeling van een nieuw radiofarmacon worden standaard in de preklinische fase lage opbrengsten bekomen, en is het niet altijd evident om een voldoende grote capaciteit te genereren voor klinische toepassingen, weet dr. apr. Lieselotte Moerman, radiofarmaceut en kwaliteitsverantwoordelijke op de dienst Nucleaire Geneeskunde, UZ Gent: "18F-PSMA-11 werd voor het eerst gesynthetiseerd in Duitsland, met beperkte opbrengsten waardoor enkel in vitro en proefdiertesten konden uitgevoerd worden. Omdat er onvoldoende data beschikbaar waren om het bij mensen toe te dienen, dienden we eerst preklinische en klinische studies uit te voeren om een productievergunning toegekend te krijgen van het FANC ( Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle). In samenwerking met de dienst Radiotherapie-Oncologie (UZ Gent), het Laboratorium voor Radiofarmacie (UGent) en de dienst Nucleaire geneeskunde (UZ Gent), zijn we in 2017 gestart met het optimaliseren van het syntheseproces om 18F-PSMA-11 op grote schaal te bereiden.'' Dr. De Man: "Daar zijn we ook in geslaagd. In de fase 3-studie hebben we deze tracer vergeleken met 68Ga-PSMA-11, met als primair eindpunt non-inferioriteit voor de detectie van prostaatkankerletsels. Dit hebben we dan ook bereikt. Op basis daarvan hebben we de productievergunning verkregen, alsook een terugbetalingsregeling.'' Nooit eerder heeft een Belgisch ziekenhuis voor een radiofarmacon het traject geheel zelf doorlopen van ontwikkeling tot gebruik in de klinische praktijk. Sinds 1 maart 2021 heeft het UZ Gent de 68Ga-PSMA-11 vervangen door de nieuwe tracer. Dr. apr. Moerman: "Er zijn enkele grote voordelen verbonden aan deze fluorvariant. Door productie met een cyclotron bereik je een veel grotere capaciteit en kan je veel meer produceren. Met een Gallium-68-generator kan je één batch produceren voor twee tot vier patiënten, afhankelijk van de leeftijd van je generator, de toe te dienen dosis en het scanprotocol. We hebben recent met één productie 18F-PSMA-11 14 patiënten gescand, weliswaar op twee camera's tegelijkertijd, en dan hadden we nog overschot. We zouden dit met onze capaciteit kunnen opdrijven tot 20-25 patiënten per productie.'' Hierdoor neemt de wachttijd voor het onderzoek, en daarmee ook voor de diagnose van uitgezaaide prostaatkanker aldus sterk af. Dr. De Man: "Daarnaast hebben radiofarmaca voor PET het grote nadeel dat ze geproduceerd moeten worden op het moment dat je ze gaat gebruiken, omwille van hun snel verval. Fluor-18 heeft als grote voordeel een halfwaardetijd van 110 minuten, terwijl die van Gallium-68 slechts 68 minuten bedraagt. Het gevolg is dat je deze langer kan gebruiken, maar dat je ook de mogelijkheid hebt om deze te distribueren aan centra die geen cyclotron hebben. Een derde theoretisch voordeel van de fluorvariant is een hogere positronopbrengst en lagere positronenergie dan Gallium-68, waardoor de spatiële resolutie verhoogt met aldus een betere beeldkwaliteit.'' "Een radionuclidegenerator dient bovendien jaarlijks vervangen te worden, en door het radioactief verval vermindert de startcapaciteit naarmate de tijd vordert, en is er dus minder productie in de laatste maanden dan in de eerste. Met een cyclotron daarentegen, is men zo'n 20 tot 30 jaar zoet, én verliest men geen productievermogen gedurende de tijd. Bovendien kunnen centra die reeds een cyclotron bezitten en deze bijvoorbeeld gebruiken voor F-18 FDG-productie ook andere tracers produceren. De keuze gaat dan ook uit naar de fluorvariant, omdat deze goedkoper te produceren is, '' merkt dr. apr. Moerman tenslotte nog op.