...

Naar de werking van acupunctuur is al ontzettend veel onderzoek gebeurd. Tot nu toe zijn er verschillende theorieën voorgesteld, maar een bewezen verklaring is nog niet gevonden. "Eén van de meest plausibele hypotheses werd voorgesteld door Geoffrey Burnstock, die in de jaren '70 purinergische signalisatie beschreef. In 2009 stelde hij voor dat purinergische signalisatie betrokken kan zijn in de fysiologische werking van acupunctuur (1)," aldus dr. Braet.Ondanks deze zoektocht naar het exacte werkingsmechanisme, hebben verscheidene studies wel een meetbaar effect aangetoond bij het aanprikken van een acupunctuurpunt (2). "Het meeste onderzoek is gebeurd naar acupunctuur voor pijnbestrijding (3). Wat we echter nog niet hebben gevonden is de anatomische structuur van meridianen, de zogenaamde energiebanen die zouden fungeren als een snelweg voor informatie-uitwisseling."Recente studies met anatomische, fysiologische, histologische en klinische observaties hebben aangetoond dat het fasciale netwerk lijkt op het theoretische meridiaansysteem (4,5,6). Een multicentrische studie uit Oostenrijk heeft in 2019 door middel van micro- en macroscopisch onderzoek aangetoond dat vooral de fascia corporis externa, maar ook de diepere delen en zelfs delen van spieren, pezen en ligamenten het traject van een meridiaan volgen (7)."Je kijkt naar het totaalbeeld van de patiënt en stelt een energetisch bilan op rekening houdend met de medische voorgeschiedenis, de constitutie en actuele klachten. Een acupunctuurpunt heeft in theorie geen enkelvoudige inwerking, maar werkt altijd op verschillende systemen in. Je hoeft dus niet voor elk apart probleem een naald te prikken. Gemiddeld zal het maximum tussen 10 en 20 naalden liggen, die je 20 à 30 minuten laat inwerken.Idealiter zou er na 1 of 2 behandelingen al een effect moeten waargenomen worden. Voor mezelf hanteer ik een maximum van vijf behandelingen waarbij een verandering in één of meerdere klachten merkbaar moet zijn.""De meest onderzochte nevenwerking van chemotherapie waar acupunctuur een werking op heeft, is misselijkheid. Kort voor de chemotherapie kan een (verblijfs)naaldje ingebracht worden op het acupunctuurpunt pericard 6 (binnenkant pols), dat 2 à 3 dagen ter plaatse kan blijven. Uiteraard zijn patienten hierdoor niet volledig klachtenvrij, maar er is een aantoonbaar effect.Daarnaast kan ik meestal ook een gedeeltelijke verbetering van pijnklachten en overige neuropathische klachten verkrijgen. Constipatie, diarree, xerostomie, opvliegers, vermoeidheid, angstklachten en slaapproblemen kunnen met behulp van acupunctuur ook verminderen.Omwille van hun verzwakte toestand voorzie ik voor kankerpatiënten geen wekelijks behandelschema, prik ik bij hen minder naalden en laat ik deze minder lang inwerken. Na een behandeling kan er sprake zijn van tijdelijke vermoeidheid, voorbijgaande spierstijfheid en soms ecchymosen ter hoogte van een prikplaats."De gedachtegang achter orthomoleculaire geneeskunde is dat je voornamelijk door voeding en lichaamseigen, niet-toxische stoffen het metabolisme reguleert en eventuele onevenwichten in het lichaam tracht bij te stellen."Acupunctuur houdt zo goed als geen risico's in, maar dat durf ik voor orthomoleculaire geneeskunde bij kankerpatiënten niet te stellen. Wat betreft hooggedoseerde supplementen zijn er tegenstrijdigheden in de literatuur, waarbij sommige studies over een eerder schadelijk effect spreken. Deze onderzochten echter synthetische vitaminederivaten die niet hetzelfde effect zullen hebben als een natuurlijk extract.Bij kankerpatiënten moet je vooral interferenties met conventionele therapie indachtig zijn. Zo worden hooggedoseerde antioxidanten afgeraden bij chemotherapie die oxidatieve stress veroorzaakt. Ook blijkt uit een recente studie het gebruik van curcumine, tegenwoordig vaak ingezet bij artralgieën, bij sommige patiënten de spiegel van tamoxifen te verlagen (8).Wel zijn er veelbelovende studies naar immuunmodulerende effecten van medicinale paddenstoelen en hun mogelijke synergie met chemotherapie (9). Daarnaast wordt ook onderzoek gedaan naar de adaptogene plant ashwagandha, die in recente studies epigenetische veranderingen in hormoontherapieresistente kanker blijkt te bewerkstelligen (10, 11).In een holistische benadering van ziekte met adviezen ten aanzien van voeding, lichaamsbeweging, slaaphygiëne, ontspanning, enzovoort krijgt de patiënt handvatten om ook zelf te werken aan zijn herstel. Hierdoor krijgen patiënten als het ware meer de regie over hun gezondheid. Een nauwere samenwerking tussen oncologen en holistisch georiënteerde artsen zou volgens mij de levenskwaliteit van heel wat (ex)-kankerpatiënten ten goede kunnen komen."