...

De APOLLO-studie is een gerandomiseerde, gecontroleerde fase 3-studie die het European Myeloma Network heeft uitgevoerd in 12 landen, waaronder België. De studie heeft het nut van toevoeging van daratumumab s.c. (D) aan de combinatie pomalidomide-dexamethason (Pd) geëvalueerd bij patiënten met een recidief van of een therapieresistent multipel myeloom die minstens al één behandelingslijn hadden gekregen met lenalidomide en een proteasoomremmer. In totaal werden 304 patiënten die representatief waren voor dergelijke patiënten in twee groepen ingedeeld: D-Pd (n = 151) of Pd (n = 153). Het demografische en het pathologisch-anatomische profiel van de twee groepen waren vergelijkbaar. De behandelingen werden toegediend in cycli van 28 dagen: ? daratumumab s.c. 1.800 mg per week tijdens cycli 1 en 2, om de twee weken tijdens de cycli 3-6 en vanaf de zevende cyclus om de vier weken; ? pomalidomide (P) per os van d1 tot d21 van elke cyclus; ? dexamethason (d) 40 mg per os (20 mg indien ? 75 jaar) op d1, d8, d15 en d22 van elke cyclus. De behandeling werd voortgezet tot optreden van tumorprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. Na een mediane follow-up van 16,9 maanden werd tumorprogressie of overlijden vastgesteld bij 51% van de patiënten van de D-Pd-groep en bij 63% van de patiënten van de Pd-groep. De mediane progressievrije overleving, het primaire eindpunt van de studie, bedroeg 12,4 maanden in de D-Pd-groep en 6,9 maanden in de Pd-groep (HR 0,63; 95% BI 0,47-0,85; p = 0,0018). De mediane PFS bij de patiënten met een tumor die niet had gereageerd op lenalidomide (80% van het totale aantal patiënten), was respectievelijk 9,9 en 6,5 maanden. De gunstige effecten van toediening van daratumumab s.c. kwamen voor in nagenoeg alle geanalyseerde subgroepen en waren in alle subgroepen van dezelfde grootteorde. Het totale responspercentage, het percentage complete of stringente complete respons, het percentage zeer goede partiële respons en het percentage patiënten zonder aantoonbare residuele ziekte waren significant hoger in de D-Pd-groep (respectievelijk 69%, 25%, 26% en 9%) dan in de Pd-groep (respectievelijk 46%, 4%, 16% en 2%). Het veiligheidsprofiel van de combinatie D-Pd stemt overeen met het veiligheidsprofiel van daratumumab s.c. en dat van de combinatie Pd. Geen nieuwe bijwerkingen deden zich voor. Toediening van daratumumab s.c. veroorzaakte vooral meer neutropenie, febriele neutropenie en luchtweginfecties. Van de patiënten van de D-Pd-groep vertoonde 5% reacties op de injecties (graad 1 of 2) en 2% had reacties op de plaats van injectie (graad 1). De belangrijkste ernstige bijwerkingen waren van hematologische aard: neutropenie 68% in de D-Pd-groep en 51% in de Pd-groep, febriele neutropenie 9% vs. 3%, leukopenie 17% vs. 5%, lymfopenie 12% vs. 3% en verder pneumonie 13% vs. 7% en ondersteluchtweginfecties 11% vs. 9%. De sterfte aan ernstige bijwerkingen was 7% in de twee groepen. Het aantal patiënten dat de behandeling gestaakt heeft wegens ernstige bijwerkingen, was laag en vergelijkbaar in de twee groepen (respectievelijk 2% en 3%). De duur van s.c. toediening is veel korter dan die van i.v. toediening. Voor i.v. toediening wordt de patiënt vaak een dag in het ziekenhuis opgenomen. De mediane duur van s.c. toediening is vijf minuten (spreiding 1-22 minuten) en dat vinden zowel de patiënten als de artsen niet oninteressant. Meletios Dimopoulos (Athene, Griekenland), die de studie op de virtuele ASH 2020 gepresenteerd heeft, concludeerde als volgt: ? Dit is de eerste studie met een combinatietherapie waaronder daratumumab s.c.. De studie werd uitgevoerd bij patiënten met een relaps van of een refractair multipel myeloom die al minstens één behandelingslijn gekregen hadden. Het risico op tumorprogressie of overlijden was 37% lager in de D-Pd-groep dan in de Pd-groep. ? Het percentage complete respons of stringente complete respons was 6-maal hoger in de D-Pd-groep en het percentage patiënten waarbij geen residuele ziekte meer kon vastgesteld worden, was 4-maal hoger. ? De PFS verbeterde in alle subgroepen, ook bij de patiënten met een myeloom dat resistent was tegen lenalidomide. ? De bijwerkingen konden goed worden opgevangen en er werden geen nieuwe bijwerkingen genoteerd. Het lage percentage reacties op de injectie en de kortere toediening zijn troeven. Kortom, een doeltreffende, veilige en gerieflijke behandeling, die dus minder ongemakken met zich meebrengt.