...

Na een kankerbehandeling kampt minstens een op vier patiënten met een slechtere gezondheidstoestand en langdurige gevolgen op fysiek en/of psychosociaal vlak. Dit heeft een grote impact op de levenskwaliteit van de patiënt en kan een goede re-integratie verstoren. In België is er echter geen sprake van een multidisciplinair, gecoördineerd nazorgaanbod voor elke patiënt."We willen onze beleidsmakers wakker schudden om meer aandacht te hebben voor een betere nazorg bij kankerpatiënten. Er stelt zich een gapende kloof wanneer de behandeling afgerond is. Meer en meer patienten overleven hun ziekte en worden nadien geconfronteerd met een gebrek aan opvang," vertelt prof. dr. Marc Peeters (voorzitter College voor Oncologie en diensthoofd Oncologie, UZA).Tijdens een rondetafelgesprek met patientenvertegenwoordigers en experten uit de verschillende betrokken zorgdisciplines zijn zes prioriteiten geïdentificeerd. 1Zelfmanagement en patiënteducatie zou centraal moeten staan in de nazorg van kankerpatiënten. Zowel tijdens als na de behandeling moeten zij geïnformeerd worden over neveneffecten van de behandeling. Zorgverleners moeten patiënten beter kunnen voorbereiden, en zelfmanagement stimuleren en ondersteunen. Hiervoor is een goede opleiding en training in psycho-educatie van belang.Nazorgplanning is belangrijk. Hierbij is voor elke patiënt een zorgprofessional nodig die als laagdrempelig aanspreekpunt dient en advies geeft, zelfmanagement ondersteunt en correct kan doorverwijzen. Deze volgt het nazorgplan ook op in samenwerking met zorgverleners van de eerste lijn.De nacontrole is voornamelijk nog gericht op de controle van een mogelijk herval. Er is echter ook een nazorggesprek nodig met een andere zorgprofessional dan de behandelend arts omtrent levenskwaliteit en re-integratie. Het doel is om neveneffecten te detecteren en te behandelen voor ze chronisch worden, met het oog op de levenskwaliteit en professionele en sociale re-integratie van de patiënt.Een systematische symptoomregistratie (vb. elektronisch) tijdens en na de behandeling zal hierbij nodig zijn. "De technologie is al voorhanden, dus het is een kwestie van groen licht te krijgen om dit te realiseren," aldus Marc Peeters.Er moet voldoende oncologische expertise aanwezig zijn in de thuiszorg om kankergerelateerde klachten te detecteren en te behandelen of hiervoor door te verwijzen. Een opleidingsaanbod voor zorgprofessionals uit de eerste lijn, dat gekoppeld wordt met een erkenning of kwaliteitslabel, zou de kwaliteit van het nazorgaanbod verhogen. Een terugbetaling voor de patiënt zou de drempel tevens verlagen.Bovendien zou elke zorgprofessional tijdens zijn opleiding of door navorming kennis moeten vergaren over de detectie van klachten na behandeling en een gerichte doorverwijzing. "In de basisopleiding arts moet men ook nazorg bespreken en de basisarts er attent op maken dat zij wellicht in hun dagdagelijkse praktijk een zekere vorm van verantwoordelijkheid zullen dragen."Revalidatieprogramma's hebben naast beweging ook een psycho-educatief luik, waarbij informatie en hulpmiddelen aangeboden wordt. Slechts een beperkt aantal kankerpatiënten neemt echter deel aan de bestaande oncorevalidatieprogramma's in ziekenhuizen. Er zijn tal van drempels (psychologisch, financieel, organisatorisch, fysiek, praktisch, ...) die zoveel mogelijk dienen weggewerkt te worden. Daarnaast zou oncorevalidatie en -begeleiding ook breder en laagdrempeliger moeten zijn buiten het ziekenhuis, tegen een beperkte kost voor de patiënt.Werkhervatting moet tijdig in het behandelingstraject besproken worden en de individuele nood aan ondersteuning moet nagegaan worden. "Uiteraard is een goede re-integratie een beter scenario dan geheel op het ziekenfonds te moeten steunen. Maar je mag niet iedereen koste wat kost terug in de maatschappij brengen. De bedoeling is om op een professionele manier meer ondersteuning op maat te geven."Daarnaast zijn er nog enkele structurele knelpunten, zoals een gebrek aan communicatie tussen werkgever, behandelend arts, arbeidsgeneesheer en adviserend geneesheer van de mutualiteit. Ook de rol van arbeidsgeneesheer bij re-integratie van kankerpatienten moet vergroten. Tenslotte zijn ambtenaren en zelfstandigen nog in het nadeel om deeltijds weer aan de slag te gaan."We willen voor het einde van dit jaar een herevaluatie maken en een duidelijk actieplan opstellen. Dezelfde organisaties werken hier aan mee, maar iedereen is welkom om zich er over te buigen. Wat betreft het opstarten van pilootprojecten, zullen we zeker niet op een politieke beslissing wachten," weet prof. Peeters.