...

De centra zijn gedefinieerd, de netwerken zijn zich aan het samenstellen en op hoger niveau is men bezig met het vastleggen van de kwaliteitsnormen. Binnen dit en 2 à 3 jaar zullen we daar de resultaten van zien en kan er mogelijk een stap gezet worden naar het uitbreiden van dit initiatief.Een tweede belangrijke vaststelling is, volgens prof. Peeters, dat de oncologie anno 2019 in een spanningsveld is gekomen tussen enerzijds een continu toenemende technologie die oncologen zeer veel informatie geeft en die kankertypes meer en meer in kleine stukjes begint te versnipperen, en anderzijds de algemeen oncoloog die momenteel in een perifeer centrum dagdagelijks probeert om hoogkwalitatieve zorgen aan te bieden. We mogen er van uitgaan dat die twee gegevens in de toekomst minder en minder gaan matchen. Meer en meer zijn we binnen de oncologie ervan overtuigd dat 'all cancers are rare cancers'.Maar dat houdt dan wel in dat het oncologisch model volledig moet hertekend worden, aldus prof. Peeters. Bekijken we bijvoorbeeld het domein van de gastro-intestinale tumoren dan merken we dat er voor colonkanker het voorbije jaar zeker en vast vooruitgang is gemaakt qua overleving voor de totale groep van gemetastaseerde patiënten. Nu echter bemerken we dat nieuwe doorbraken zich eerder beperkten tot zeer kleine groepen patiënten binnen de totale populatie van patiënten met colonkanker.Als je bijvoorbeeld naar de NTRK-fusies gaat kijken, dan moet je vaststellen dat slechts 1 à 2% van je populatie NTRK-fusie positief is. We moeten ons volgens prof. Peeters echt de vraag stellen hoe we in een versnipperd oncologisch landschap deze kleine groepen van patiënten kunnen detecteren. Daarnaast moeten we er ook voor kunnen zorgen dat de expertise voldoende aanwezig is om die patiënten op een correcte manier te behandelen. Prof. Peeters benadrukt dat hij hiermee helemaal niet pleit voor het sluiten van alle kleine oncologische centra, maar dat hij eerder een lans wil breken voor het versterken van de nu reeds bestaande netwerken. Zo zou je kunnen komen tot een referentiecentrum voor een netwerk van 6 à 8 ziekenhuizen en binnen dat netwerk proberen optimale oncologische zorgen te organiseren.Ook de patiënt moet in die zin geïnformeerd worden. Hij kan zeker nog terecht in zijn vertrouwde ziekenhuis in de dichte omgeving, maar hij moet geïnformeerd worden dat de genetische testing van zijn tumor op een hoger niveau gebeurt, en dat de uitkomst van deze testen het misschien noodzakelijk zal maken om een gedeelte van de behandeling te ondergaan in een referentiecentrum. Om dit tijdig te verwezenlijken moeten volgens prof. Peeters heel wat partners rond de tafel zitten. We moeten immers beseffen dat we niet in staat zijn om én al die technologie én al die moleculaire interpretaties én al die gespecialiseerde behandelingen in alle lokale centra uit te voeren op een goede kwalitatieve manier, en dit bovendien ook betaalbaar te houden.Betaalbaarheid van oncologische medicaties is op zich al een zeer hot item. Waarschijnlijk moeten er in samenwerking met de farmaceutische industrie en met de overheid nieuwe financieringsmodellen ingevoerd worden. Toch pleit prof. Peeters om eerst perfect in kaart te brengen wat het gebruik, eventueel misgebruik, van bepaalde medicaties is en om ook 'stopping rules' in te voeren. Dit doen op een gestructureerde wijze zou volgens hem leiden tot het recupereren van een aanzienlijk gedeelte van het budget. Bovendien vindt prof. Peeters het zeer belangrijk dat alle partijen zonder onderscheid moeten blijven denken hoe ze de hedendaagse oncologie betaalbaar kunnen houden. Het probleem is ook breder dan enkel maar financiering. Neem nu de MSI-high tumoren. In België is er geen registratie voor colontumoren en is, in tegenstelling tot de VS de beschikbaarheid van immunotherapie voor deze tumoren momenteel onbestaande.Ideaal ware natuurlijk dat de bestaande registratie op Europees niveau gekoppeld zou worden aan een Europese terugbetaling. Maar momenteel lijkt het utopisch om de oplossing voor de terugbetaling van dure antikankergeneesmiddelen in Europa te gaan zoeken en moeten er oplossingen gezocht worden op Belgisch niveau. Daarbij moeten we goed beseffen dat België niettegenstaande zijn hoogstaand wetenschappelijk en klinisch aanzien, uiteindelijk maar een klein land is wat zeker geen voordeel is in een onderhandelingspositie. Maar dat er iets moet gedaan worden aan deze achterstand op het vlak van terugbetaling is, volgens prof. Peeters, een prioriteit.