...

Deze studie heeft nationale Britse gegevens verzameld tussen 1999 en 2011. Er werden twee cohorten gevormd: een cohorte van 502.490 mensen met een voorgeschiedenis van huidkanker (melanoom niet meegeteld) en een controlecohorte van 8.787.513 mensen. De twee cohorten werden gedurende vijf à zes jaar gevolgd op de latere ontwikkeling van een andere primaire kanker. 67.148 patiënten van de cohorte huidkanker (melanoom niet meegeteld) en 863.441 patiënten van de controlegroep hebben daarna kanker gekregen. De patiënten in de huidkankercohorte liepen een hoger relatief risico op ontwikkeling van blaas-, hersen-, borst-, colon-, lever-, long-, pancreas-, prostaat- en maagkanker tijdens de hele studieperiode en het risico op hersen-, colon- en prostaatkanker nam in de loop van de tijd toe. Bij vergelijking van de huidkankercohorte met de controlecohorte was de verhouding van het cumulatieve risico op latere ontwikkeling van kanker 1,36 (95% BI = 1,35 - 1,37). Het verschil was significant (p < 0,05) voor 26 van de 29 onderzochte kankertypes en vooral voor kanker van de speekselklieren, melanoom, botkanker en kanker van het bovenste maag- en darmkanaal. Het risico steeg het meest bij jongere patiënten, ongeacht of ze al dan niet een voorgeschiedenis van huidkanker hadden.Ong ELH et al. Subsequent Primary Malignancies in Patients with Nonmelanoma Skin Cancer in England: A National Record-Linkage Study. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2014 23; 490-498