...

220 patiënten, met verhoogd risico omwille van leeftijd en/of een hematopoëtische celtransplantatiespecifieke comorbiditeitsindex van meer dan 2, werden behandeld met treosulfan (intraveneus 10 g/m2 per dag onder vorm van een infuus van twee uur gedurende 3 dagen (dagen -4 tot -2)) en 240 met busulfan (0,8 mg/kg per dag onder vorm van een infuus van twee uur met intervallen van 6 uur op dagen -4 en -3). Beide groepen kregen eveneens fludarabine (30 mg/m2 intraveneus per dag gedurende 5 dagen (dagen -6 tot -2). De mediane follow-up was 15,4 maanden (IQR 8,8-23,6) voor de treosulfangroep en 17,4 maanden (6,3-23,4) voor de busulfangroep. Twee jaar na de transplantatie, bedroeg de eventvrije overleving 64,0% (56,0-70,9) voor treosulfan tegenover 50,4% (42,8-57,5) voor busulfan (HR 0,65; 95% CI 0,47-0,90; eenzijdig p<0,0001 voor niet-inferioriteit en eenzijdig p=0,0051 voor superioriteit). Ook de algemene overleving [71,3% (63,6-77,6) voor treosulfan versus 56,4% (48,4-63,3) voor busulfan (HR 0,61 95% CI 0,42-0,88; p = 0,0082], de transplantgerelateerde mortaliteit [12,1% (8,1-17,7) voor treosulfan versus 28,2% (21,4-36,5) voor busulfan (HR 0,54 95%CI 0,32-0,91; p = 0,020] en de mortaliteit zonder tekens van recidief [11,4% (7,5-15,9) voor treosulfan versus 22,6% (16,2-28,9) voor busulfan (HR 0,60 95%CI 0,36-1,01; p = 0,053] waren na twee jaar beter in de treosulfangroep dan in de busulfangroep. Bovendien noteerde men een significant verbeterde transplantatiegerelateerde mortaliteit in de treosulfangroep voor patiënten met chronische graft-versus-hostziekte (6,1% [2,6-14,2]) tegenover de busulfangroep (32,3% [22,8-44,5], HR 0,24 (0,09-0,63); p=0,0041). Het voorkomen van bijwerkingen was vergelijkbaar in beide groepen en het was nooit nodig de behandeling te onderbreken of de dosis te verminderen omwille van behandelingsgerelateerde bijwerkingen. Mucositis van graad 3 of meer kwam slechts voor bij 18 [7,5%] van de 240 patiënten in de busulfangroep en 10 [4,5%] in de treosulfangroep. De meest frequent gerapporteerde bijwerkingen van graad 3 of hoger waren abnormale bloedwaarden (33 [15%] van de 221 patiënten in de treosulfangroep versus 35 [15%] van de 240 patiënten in de busulfangroep) en gastro-intestinale bijwerkingen (24 [11%] patiënten versus 39 [16%] patiënten). Men noteerde ernstige bijwerkingen bij 18 (8%) patiënten in de treosulfangroep en 17 (7%) patiënten in de busulfangroep; deze bestonden voornamelijk uit infecties (vier [2%] in de treosulfangroep en vier [1,7%] in de busulfangroep) en hepatobiliaire stoornissen (geen in de treosulfangroep en drie [1%] in de busulfangroep). Dietrich Wilhelm Beelen, D.W., Trenschel, R., Stelljes, M. et all.: Treosulfan or busulfan plus fludarabine as conditioning treatment before allogeneic haemopoietic stem cell transplantation for older patients with acute myeloid leukaemia or myelodysplastic syndrome (MC-FludT.14/L): a randomised, non-inferiority, phase 3 trial: Lancet Haematol 2019. Published Online October 9, 2019. https://doi.org/10.1016/ S2352-3026(19)30157-7