In deze gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3-studie werd bij 337 patiënten met een BRCA-gemuteerde, gemetastaseerde borstkanker veliparib toegevoegd aan de behandeling met carboplatine-paclitaxel (veliparibgroep) en 172 patiënten ontvingen placebo plus carboplatine-paclitaxel (controlegroep).
...
De mediane follow-up was 35,7 maanden (IQR 24,9-43,6) in de veliparibgroep en 35,5 maanden (23,1-45,9) in de controlegroep. Men noteerde progressievrije overleving bij 217 (64%) van de 337 patiënten in de veliparibgroep en 132 (77%) van de 172 patiënten in de controlegroep. De mediane progressievrije overleving bedroeg 14,5 maanden in de veliparibgroep tegenover 12,6 maanden in de controlegroep (HR 0,71, 95% CI 0,57-0,88; p=0,0016). Een merkelijk betere algemene en progressievrije overleving werd geregistreerd in de veliparibgroep dan in de controlegroep na twee en drie jaar: - algemene 2-jaarsoverleving (95% CI) 61,3% (55,6-66,6) tegenover 59,8% (51,5-67,2) en algemene 3-jaarsoverleving (95% CI) 46,4% (40,2-52,4) tegenover 39,3% (30,5-47,9); (HR 0,95 [95% CI 0,73-1,23]; p=0,67).- progressievrije 2-jaarsoverleving (95% CI) 33,6% (28,2-39,0) tegenover 19,8% (13,6-26,8) en progressievrije 3-jaarsoverleving (95% CI) 25,7% (20,3-31,4) tegenover 10,7% (5,8-17,3); (HR 0,71 [95% CI 0,57-0,88]; p=0,0016). Ernstige bijwerkingen werden frequenter aangetroffen in de veliparibgroep dan in de controlegroep: 115 (34%) van de 336 patiënten in vergelijking met 49 (29%) van de 171 patiënten in de controlegroep. Deze waren te wijten aan de studiemedicatie bij 41 (12%) patiënten in de veliparibgroep en zeven (4%) patiënten in de controlegroep. De meest frequente studiemedicatiegerelateerde bijwerkingen in beide groepen waren anemie (12 [4%] patiënten in de veliparibgroep en twee [1%] patiënten in de controlegroep) en trombocytopenie (11 [3%] patiënten in de veliparibgroep en twee [1 %] patiënten in de controlegroep). De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of erger waren neutropenie (272 [81%] van de 336 patiënten in de veliparibgroep tegenover 143 [84%] van de 171 patiënten in de controlegroep), anemie (142 [42%] tegenover 68 [40%]), en trombocytopenie (134 [40%] tegenover 48 [28%]). Bijwerkingen, die aanleiding gaven tot dosisvermindering, kwamen voor bij 58 (17%) patiënten in de veliparibgroep en 13 (8%) patiënten in de controlegroep. Nevenwerkingen, die aanleiding gaven tot het onderbreken van de medicatie traden op bij 53 (16%) patiënten in de veliparibgroep tegenover 18 (11%) patiënten in de controlegroep. Deze werden beschouwd als behandelingsgerelateerd bij respectievelijk 19 (6%) patiënten en vijf (3%) patiënten; de meest voorkomende van deze behandelingsgerelateerde nevenwerkingen waren vermoeidheid in de veliparibgroep (drie patiënten) en trombocytopenie in de controlegroep (twee patiënten). Diéras, V., Han, H.S., Kaufman, B. et all: Veliparib with carboplatin and paclitaxel in BRCA-mutated advanced breast cancer (BROCADE3): a randomised, double-blind, placebo-controlled, phase 3 trial. Lancet Oncol 2020. Published Online August 27, 2020. https://doi.org/10.1016/ S1470-2045(20)30447-2 .