...

Deze studie werd uitgevoerd bij 363 patiënten bij wie voor en tijdens behandeling met een TKI een ecg was afgenomen, in vier centra in Nederland en Italië. Het mediane QTc-interval in het begin van de studie was 401 msec. Bij 3.346 patiënten (95,3%) was er een normaal QTc-interval en bij 17 een licht verlengd QTc. Vierendertig patiënten (9,4%) namen nog andere geneesmiddelen in die het QTc zouden kunnen verlengen. De behandeling met TKI verlengde het QTc-interval (mediane verlenging met 11 msec, p < 0,0001). Sunitinib, vemurafenib, sorafenib, imatinib en erlotinib verlengde het QTc-interval significant. Lapatinib en pazopanib bleken het QTc-interval niet te verlengen. Bij zesendertig patiënten (9,1%) nam het QTc toe na behandeling met een TKI en bij negen patiënten (2,5%) werd het QTc-interval na de start van de behandeling met een TKI kleiner. Slechts bij vijf patiënten (1,4%) nam het QTc-interval toe tot minstens 500 msec na het starten van de behandeling. Na het starten van de TKI vertoonden 76 patiënten (20,9%) een klinisch significante verlenging van het QTc.