...

De studie werd uitgevoerd bij 39 patiënten met een gemetastaseerd NSCLC (41% met hersenmetastasen, die bij inclusie in de studie onder controle waren met radiotherapie of chirurgie) die al radiotherapie of chemotherapie hadden gekregen. Eén van de patiënten had al een immunotherapie gekregen, zonder succes. De patiënten werden tegelijkertijd behandeld met radiotherapie gericht op één van de metastasen (in een palliatieve dosis van 5x 6 of 9 Gy) en ipilimumab.Slechts 21 van de 39 patiënten hebben de vier cycli van ipilimumab kunnen krijgen, bij negen patiënten is de tumor tijdens behandeling verergerd en acht patiënten zijn gestorven.Een objectieve respons werd verkregen bij 18% van de patiënten (7 van de 39) en bij 33% van de evalueerbare patiënten (7 op de 21). Bij vijf van de patiënten die de vier cycli van immunotherapie hebben gekregen, kon de ziekte worden gestabiliseerd. Het percentage ziektecontrole (complete + partiële respons + stabilisering) bedroeg dus 31%.Bij de patiënten bij wie de tumor onder controle kon worden gebracht, bedroeg de mediane overleving 20,4 maanden. Vier patiënten waren bij het schrijven van het artikel, dus 39 tot 47 maanden na inclusie in de studie, nog altijd in leven.De patiënten die al meerdere lijnen chemotherapie hadden gekregen, en de patiënten met botmetastasen reageerden het minst goed op de behandeling.Fomenti SC et al. Radiotherapy induces responses of lung cancer to CTLA-4 blockade. Nat Med. 2018 Nov 5. doi: 10.1038/s41591-018-0232-2. [Online gepubliceerd voor de papieren versie]. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30397353.