...

Het onderzoek werd uitgevoerd bij de patiënten van het Memorial Sloan Kettering Cancer Center (MSKCC; n = 455) en het Institut Gustave Roussy (IGR; n = 185). 90 (14%) van de 640 patiënten die werden behandeld met PD-1- en PD-L1-antagonisten in monotherapie, hadden in het begin van de behandeling corticosteroïden (prednisonequivalent ≥ 10 mg per dag) gekregen, 53 (12%) in de MSKCC-cohorte en 37 (20%) in de IGR-groep. De indicaties voor behandeling met steroïden waren dyspneu (33%), vermoeidheid (21%) en hersenmetastasen (19%).In de MSKCC-cohorte correleerde het gebruik van corticosteroïden in het begin van de behandeling (≥ 10 mg prednisonequivalent per dag) met een lager responspercentage (6% vs. 19%, p = 0,02), een kortere mediane progressievrije overleving (1,9 vs. 2,6 maanden, risicoverhouding [HR] = 1,7, p = 0,001) en een minder goede mediane totale overleving (5,4 versus 12,1 maanden, HR = 2,1, p < 0,001). In de IGR-cohorte correleerde het gebruik van corticosteroïden in het begin van de behandeling met een significant lager responspercentage (8% vs. 18%, p = 0,02), een kortere mediane progressievrije overleving (1,7 vs. 1,8 maanden, HR = 1,5, p < 0,001) en een kortere mediane totale overleving (3,3 vs. 9,4 maanden, HR = 2,0, p < 0,001). Bij multivariate analyse van de samengevoegde gegevens na correctie voor het rookgedrag, de functionele toestand en de voorgeschiedenis van hersenmetastasen correleerde een initiële toediening van corticosteroïden nog altijd significant met een slechtere progressievrije overleving (HR = 1,3, p = 0,03) en een slechtere totale overleving (p < 0,001).Arbour KC et al. Impact of Baseline Steroids on Efficacy of Programmed Cell Death-1 and Programmed Death-Ligand 1 Blockade in Patients With Non-Small-Cell Lung Cancer. DOI: 10.1200/JCO.2018.79.0006 Journal of Clinical Oncology http://ascopubs.org/doi/abs/10.1200/JCO.2018.79.0006?journalCode=jco