Op de laatste dag van het congres van de EAU van 2023 heeft André Deschamps, voormalig voorzitter van Europa Uomo, tijdens de 'game changing'-sessie de samengevoegde resultaten van de enquêtes EUPROMS 1.0 (augustus-november 2019) en EUPROMS 2 (oktober 2021-januari 2022) gepresenteerd.
Die enquêtes hebben informatie verzameld over het leven van bijna 5500 mannen in Europa, Noord-Amerika en Australië, die werden behandeld wegens prostaatkanker. De enquêtes bevestigen dat alle behandelingen een weliswaar wisselende, maar significante invloed hebben op de levenskwaliteit, vooral door hun effect op de seksualiteit en de urinecontinentie.
82% van de respondenten vond dat hun seksuele functie een probleem was en 75% vond dat hun seksleven slecht tot zeer slecht was. De score van seksuele tevredenheid was nagenoeg identiek bij de patiënten die actief werden gevolgd, als in de controlegroep van mensen zonder prostaatkanker (respectievelijk 58 en 61), maar was veel lager (daling met ongeveer 2/3) met alle actieve behandelingen. Er was geen klinisch significant verschil tussen een prostatectomie (20) en radiotherapie (18). Eenzelfde vaststelling wat de erecties betreft: bevredigend volgens 58% van de respondenten die actief werden gevolgd, en 20% van de mannen die een prostatectomie of radiotherapie hadden ondergaan. Dat zijn verontrustende gegevens, ook al omdat veel van die patiënten het belangrijk vinden om te vrijen en een orgasme te krijgen.
Wat urine-incontinentie betreft, zijn de resultaten beter na radiotherapie, wat eigenlijk te verwachten was: de score na radiotherapie (92) was van dezelfde grootteorde als in de controlegroep (92), maar was met meer dan 20 punten gedaald na een prostatectomie (71, maar met grote verschillen van patiënt tot patiënt). 35,3% van de respondenten gebruikte beschermingsmateriaal tegen urineverlies (47% van de patiënten die een prostatectomie hadden ondergaan, en 17% van de patiënten die radiotherapie hadden gekregen).
André Deschamps onderstreepte in zijn conclusie dat die enquêtes een aanvulling vormen op de bevindingen van de klinische studies en informatie opleveren die zeer waardevol is bij het bespreken van de behandeling met de patiënten. Europa Uomo heeft daarvoor een boekje met de resultaten van de enquêtes opgesteld, dat kan worden gedownload en dat informatie geeft over de effecten van de verschillende behandelingen.
Hij benadrukte ook dat de patiënten na behandeling goed en gedurende lange tijd zouden moeten worden gevolgd. Alle respondenten hebben immers aangegeven dat ze geen toereikend antwoord hebben gekregen voor al hun problemen.
Die enquêtes hebben informatie verzameld over het leven van bijna 5500 mannen in Europa, Noord-Amerika en Australië, die werden behandeld wegens prostaatkanker. De enquêtes bevestigen dat alle behandelingen een weliswaar wisselende, maar significante invloed hebben op de levenskwaliteit, vooral door hun effect op de seksualiteit en de urinecontinentie.82% van de respondenten vond dat hun seksuele functie een probleem was en 75% vond dat hun seksleven slecht tot zeer slecht was. De score van seksuele tevredenheid was nagenoeg identiek bij de patiënten die actief werden gevolgd, als in de controlegroep van mensen zonder prostaatkanker (respectievelijk 58 en 61), maar was veel lager (daling met ongeveer 2/3) met alle actieve behandelingen. Er was geen klinisch significant verschil tussen een prostatectomie (20) en radiotherapie (18). Eenzelfde vaststelling wat de erecties betreft: bevredigend volgens 58% van de respondenten die actief werden gevolgd, en 20% van de mannen die een prostatectomie of radiotherapie hadden ondergaan. Dat zijn verontrustende gegevens, ook al omdat veel van die patiënten het belangrijk vinden om te vrijen en een orgasme te krijgen. Wat urine-incontinentie betreft, zijn de resultaten beter na radiotherapie, wat eigenlijk te verwachten was: de score na radiotherapie (92) was van dezelfde grootteorde als in de controlegroep (92), maar was met meer dan 20 punten gedaald na een prostatectomie (71, maar met grote verschillen van patiënt tot patiënt). 35,3% van de respondenten gebruikte beschermingsmateriaal tegen urineverlies (47% van de patiënten die een prostatectomie hadden ondergaan, en 17% van de patiënten die radiotherapie hadden gekregen).André Deschamps onderstreepte in zijn conclusie dat die enquêtes een aanvulling vormen op de bevindingen van de klinische studies en informatie opleveren die zeer waardevol is bij het bespreken van de behandeling met de patiënten. Europa Uomo heeft daarvoor een boekje met de resultaten van de enquêtes opgesteld, dat kan worden gedownload en dat informatie geeft over de effecten van de verschillende behandelingen.Hij benadrukte ook dat de patiënten na behandeling goed en gedurende lange tijd zouden moeten worden gevolgd. Alle respondenten hebben immers aangegeven dat ze geen toereikend antwoord hebben gekregen voor al hun problemen.