...

Positief is dat de behandelingen uit de jaren '90, in vergelijking met die uit de jaren '70, het risico op minstens één ernstig laat effect verminderen. Helaas is dat niet zo voor het risico op twee of drie ernstige late effecten. Een follow-up blijft dus op lange termijn nodig, benadrukt dr. Maëlle Deville (UC Louvain). Model voor follow-up van late klinische effectenAan de UCL volgen ze voor de follow-up van late effecten bij kankeroverlevenden een Brits model dat met drie niveaus werkt. Wanneer de patiënt als behandeling bijv. alleen chirurgie of chemotherapie kreeg, volstaat opvolging door de huisarts, die regelmatig voor een update door de coördinatieverpleegkundige wordt gecontacteerd. Voor de zwaarst behandelde patiënten echter (bijv. bestraling of na stamceltransplantatie), is een levenslange, jaarlijkse follow-up door de oncoloog of radiotherapeut vereist, bijgestaan door een multidisciplinair team gespecialiseerd in laattijdige effecten. Kinderen en AYA's die hun kanker overleven, zullen dus onvermijdelijk moeten overschakelen naar de volwassen zorgverlening. Daarom werd aan de UCL een transitiekliniek gecreëerd. Vijf stappen voor een succesvolle transitieOm de transitie succesvol te laten verlopen, raadt de literatuur vijf stappen aan. De eerste is het identificeren van het multidisciplinaire team dat gespecialiseerd is in de potentieel late effecten bij de patiënt. Dan moet een individueel zorgplan worden opgesteld voor de overgang naar volwassen zorg. Uit de samenvatting van de ziektegeschiedenis, de berekening van alle cumulatieve dosissen en de lijst met de potentiële risico's van de patiënt kunnen aanbevelingen voor follow-up worden gegeven (modaliteiten en frequentie).Daarna wordt de patiënt gecontacteerd om te praten over de transitie zelf. Dit kan soms al vroeg in het proces gebeuren, als de kinderen jong genezen zijn. Voor de transitie zelf zitten de patiënt, beide oncologen en de coördinerende verpleegkundige samen en wordt alle informatie doorgegeven. In een laatste stap fase zal de verpleegkundige de patiënt nogmaals contacteren om zeker te zijn dat alles duidelijk is en kan de patiënt definitief verder worden opgevolgd op de dienst voor volwassenen.