In deze multicentrische (168 centra in 26 landen) fase 3-studie kregen 373 patiënten met een niet-reseceerbare of gemetastaseerde oesofagiale kanker, als eerstelijnstherapie, pembrolizumab (intraveneus pembrolizumab 200 mg) plus chemotherapie (5-fluorouracil en cisplatine, eenmaal om de drie weken tot 35 cycli) en 376 placebo plus chemotherapie.
...
Na de eerste interimanalyse (mediane follow-up van 22,6 maanden) merkten de onderzoekers reeds dat pembrolizumab plus chemotherapie superieur was tegenover placebo plus chemotherapie, wat betreft algemene overleving voor alle gerandomiseerde patiënten (12,4 maanden tegenover 9,8 maanden; 0,73 [0,62-0,86]; p<0,0001). De 24-maand algemene overleving voor pembrolizumab plus chemotherapie tegenover placebo plus chemotherapie bedroeg 28% tegenover 16% voor alle gerandomiseerde patiënten. Ook wat betreft progressievrije overleving was pembrolizumab plus chemotherapie superieur tegenover placebo plus chemotherapie voor alle gerandomiseerde patiënten (6,3 maanden [6,2-6,9] tegenover 5,8 maand [5,0-6,0]; 0,65 [0,55-0,76]; p<0,0001).Bijwerkingen traden op bij 370 (100%) patiënten in de groep met pembrolizumab plus chemotherapie tegenover bij 368 (99%) in de groep met placebo plus chemotherapie. Bijwerkingen van graad 3 of erger werden waargenomen bij 318 (86%) patiënten in de groep met pembrolizumab plus chemotherapie tegenover bij 308 (83%) in de groep met placebo plus chemotherapie. De meest voorkomende waren een daling van de neutrofielen (89 [24%] patiënten tegenover 64 [17%]), anemie (63 [17%] tegenover 81 [22%]), en neutropenie (54 [15%] tegenover 61 [16%]). Een onderbreken van de behandeling omwille van nevenwerkingen was noodzakelijk bij 90 (24%) patiënten in de groep met pembrolizumab plus chemotherapie tegenover bij 74 personen (20%) in de groep met placebo plus chemotherapie. Een overlijden ten gevolge van nevenwerkingen werd waargenomen bij 28 (8%) patiënten in de groep met pembrolizumab plus chemotherapie tegenover bij 38 (10%) in de groep met placebo plus chemotherapie. Behandelingsgerelateerde bijwerkingen werden weerhouden bij 364 (98%) patiënten in de groep met pembrolizumab plus chemotherapie tegenover bij 360 (97%) in de groep met placebo plus chemotherapie. Behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3 of erger traden op bij 266 (72%) patiënten in de groep met pembrolizumab plus chemotherapie tegenover 250 (68 %) in de groep met placebo plus chemotherapie, met een overlijden ten gevolge van een behandelingsgerelateerde nevenwerking bij negen (2%) tegenover vijf (1%) patiënten respectievelijk. Sun, J-M., Shen, L., Shah, M.A., et al. Lancet 2021; 398: 759-71. Published August 28, 2021. https://doi.org/10.1016/S0140-6736(21)01234-4