Deze gerandomiseerde fase 3-studie vergeleek het verschil in mortaliteit op lange termijn na het al dan niet uitbreiden van de postoperatieve radiotherapie tot de intramammaire en mediale supraclaviculaire lymfeklieren bij de initiële behandeling van borstcarcinoom van stadium I-III.
...
Bij 2.002 patiënten werd 50 Gy in 25 fracties toegediend ter hoogte van de borst en intramammaire en mediale supraclaviculaire lymfeklieren (de IM-MS-radiotherapiegroep) en bij 2.002 patiënten, die fungeerden als controlegroep werd enkel een klassieke dosis van 50 Gy ter hoogte van de borst uitgevoerd.Na een mediane follow-up van 15,7 jaar (IQR 14,0-17,6), waren 554 (27,7%) patiënten in de IM-MS-radiotherapiegroep en 569 (28,4%) patiënten in de controlegroep overleden. De algemene overleving na 15 jaar bedroeg dus 73,1% (95% CI 71,0-75,2) in de IM-MS-radiotherapiegroep en 70,9% (68,6-72,9) in de controlegroep (HR 0,95 [95% CI 0,84-1,06], p=0,36).Men noteerde bij 751 (37,5%) patiënten in de IM-MS-radiotherapiegroep en 782 (39,1%) patiënten in de controlegroep een recidief van de borstkanker, een tweede borstkanker of overlijden. Het voorkomen van een recidief van borstkanker (24,5% tegenover 27,1%) en de mortaliteit ten gevolge van borstkanker (16,0% tegenover 19,8%) waren dus merkelijk lager in de IM-MS-radiotherapiegroep dan in de controlegroep. De ziektevrije overleving na 15 jaar was 60,8% in de IM-MS-radiotherapiegroep en 59,9% in de controlegroep (HR 0,93 [95% CI 0,84-1,03], p=0,18). 584 (29,2%) patiënten in de IM-MS-radiotherapiegroep en 614 (30,7%) in de controlegroep ontwikkelden metastasen op afstand of overleden. Bijgevolg bedroeg de 15-jaars metastasevrije overleving 70,0% in de IM-MS-radiotherapiegroep en 68,2% in de controlegroep (HR 0,93 [95% CI 0,83-1,04], p=0,18). De borstkanker zelf was de belangrijkste doodsoorzaak voor 314 (56,7%) patiënten in de IM-MS-radiotherapiegroep en bij 378 (66,4%) patiënten in de controlegroep. Overlijden, niet-gerelateerd aan de borstkanker werd waargenomen bij 171 (30,9%) patiënten in de IM-MS-radiotherapiegroep en 150 (26,4%) patiënten in de controlegroep.Na 15 jaar follow-up weerhield men als laattijdige bijwerkingen pulmonaire fibrose bij 98 (5,1%) patiënten in de IM-MS-radiotherapiegroep tegenover 44 (2,3%) patiënten in de controlegroep, cardiale fibrose bij 38 (2,0%) patiënten tegenover 22 (1,1%) patiënten, en cardiale aandoeningen bij 165 (8,6%) patiënten tegenover 139 (7,2%) patiënten. Poortmans, Ph., M., Weltens, C.,Fortpied, C. et all: Internal mammary and medial supraclavicular lymph node chain irradiation in stage I-III breast cancer (EORTC 22922/10925): 15-year results of a randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol 2020. Published Online November 2, 2020. https://doi.org/10.1016/ S1470-2045(20)30472-1.