Het primaire eindpunt was de overleving zonder radiografische progressie (gecentraliseerde, onafhankelijke, blinde lezing). De studie (waaraan 6 Belgische centra hebben meegewerkt), is uitgevoerd bij 805 patiënten. Bij 636 patiënten waren geen afwijkingen gevonden van de genen die meespelen bij het herstel van DNA door homologe recombinatie (HRR) of is dat niet onderzocht. 169 patiënten vertoonden afwijkingen van minstens één van die genen.

Statistisch en klinisch significant

Na een mediane follow-up van circa 258 maanden was het primaire eindpunt in de totale patiëntenpopulatie statistisch en klinisch significant beter met de combinatie talazoparib + enzalutamide dan met enzalutamide + placebo (winst van 37%, p < 0,001). De resultaten waren vergelijkbaar in alle vooraf gespecificeerde subgroepen.

De combinatietherapie was beter ongeacht de HRR-status: winst van 30% (p < 0,001) indien HRR-status negatief of niet bekend en 54% indien HRR-status positief (p = 0,004).

Bij een explorerende analyse van 412 patiënten zonder HRR-deficiëntie (test uitgevoerd op tumorweefsel) was de overleving zonder radiografische progressie 34% beter met de combinatie talazoparib + enzalutamide.

Nog op het palmares van de combinatie talazoparib + enzalutamide:

  • hoger percentage objectieve respons (61,7% vs. 43,9%; p = 0,005) en complete respons (37,5% vs. 18,2%).
  • langere tijd tot: - stijging van het PSA-gehalte (mediane tijd 26,7 vs. 17,5 maanden; HR 0,72, p = 0,002) - overschakeling op chemotherapie (mediane tijd nog niet bereikt; HR 0,49, p < 0,001), - klinisch significante verslechtering van de levenskwaliteit van de patiënt (mediane tijd 30,8 vs. 25,0 maanden; HR 0,78, p = 0,04).

Veiligheid

Toevoeging van de PARP-remmer veroorzaakte vooral meer hematologische bijwerkingen (46% graad ≥ 3-anemie), die echter konden worden opgevangen (via een aanpassing van de dosering en transfusie) en die door de patiënten vrij goed werden verdragen (slechts 8,3% stopzetting van de behandeling).

Tot besluit

De TALAPRO-2-studie pleit voor het gebruik van de combinatie talazoparib + enzalutamide als eerstelijnstherapie bij patiënten met een gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker, ongeacht of ze al dan niet afwijkingen van de HRR vertonen. Tijdens de discussie zei de spreekster dat we nu moeten nagaan welke patiënten het meeste baat vinden bij die behandeling.

Naar de presentatie van Neeraj Agarwal, hoofdonderzoeker van de TALAPRO-2-studie. ASCO GU 16-18 februari (LBA17)

Het primaire eindpunt was de overleving zonder radiografische progressie (gecentraliseerde, onafhankelijke, blinde lezing). De studie (waaraan 6 Belgische centra hebben meegewerkt), is uitgevoerd bij 805 patiënten. Bij 636 patiënten waren geen afwijkingen gevonden van de genen die meespelen bij het herstel van DNA door homologe recombinatie (HRR) of is dat niet onderzocht. 169 patiënten vertoonden afwijkingen van minstens één van die genen.Statistisch en klinisch significantNa een mediane follow-up van circa 258 maanden was het primaire eindpunt in de totale patiëntenpopulatie statistisch en klinisch significant beter met de combinatie talazoparib + enzalutamide dan met enzalutamide + placebo (winst van 37%, p < 0,001). De resultaten waren vergelijkbaar in alle vooraf gespecificeerde subgroepen.De combinatietherapie was beter ongeacht de HRR-status: winst van 30% (p < 0,001) indien HRR-status negatief of niet bekend en 54% indien HRR-status positief (p = 0,004).Bij een explorerende analyse van 412 patiënten zonder HRR-deficiëntie (test uitgevoerd op tumorweefsel) was de overleving zonder radiografische progressie 34% beter met de combinatie talazoparib + enzalutamide.Nog op het palmares van de combinatie talazoparib + enzalutamide:VeiligheidToevoeging van de PARP-remmer veroorzaakte vooral meer hematologische bijwerkingen (46% graad ≥ 3-anemie), die echter konden worden opgevangen (via een aanpassing van de dosering en transfusie) en die door de patiënten vrij goed werden verdragen (slechts 8,3% stopzetting van de behandeling).Tot besluitDe TALAPRO-2-studie pleit voor het gebruik van de combinatie talazoparib + enzalutamide als eerstelijnstherapie bij patiënten met een gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker, ongeacht of ze al dan niet afwijkingen van de HRR vertonen. Tijdens de discussie zei de spreekster dat we nu moeten nagaan welke patiënten het meeste baat vinden bij die behandeling. Naar de presentatie van Neeraj Agarwal, hoofdonderzoeker van de TALAPRO-2-studie. ASCO GU 16-18 februari (LBA17)