In België is er, na een volledige resectie, een vergoeding voor adjuverende behandeling vanaf stadium IIb tot IV. De goedkeuring steunt op de positieve resultaten van fase drie studie. Dr. Kruse gaf een overzicht, samengevat in de onderstaande tabel. De terugbetaling in stadium IV berust op de subgroep analyse van de Checkmate2383 studie die ook patiënten in dit stadium includeerde.

Tabel: Fase 3 studies adjuvante therapie voor melanoom.
Tabel: Fase 3 studies adjuvante therapie voor melanoom.

Adjuvante combinatiebehandeling voor stadium IV-tumoren?

De IMMUNED studie5 suggereerde dat een combinatiebehandeling efficiënter was, maar hiervoor is een België geen terugbetaling, zei dr. Kruse. Deze fase 2 toonde bij stadium IV-melanoom patiënten dat adjuvante therapie met nivo + ipi (n= 56) en nivo (n=59) resulteerde in een langer recidief vrije overleving vs. placebo (n=52). De vier jaar recidief vrije overleving was resp. 64%, 31% en 15%. Het risico op overlijden was significant lager voor nivo + ipi versus placebo (HR 0,41) maar niet voor nivo alleen versus placebo (HR 0,75).

De resultaten van neoadjuvante behandeling zijn veelbelovend.

De prospectieve fase 2 studies OpACIN-neo 6 en PRADO 7 bevestigden de goede respons na neoadjuvante behandeling en gaven een aanwijzing dat deze aanpak een klinisch voordeel bood. Dr. Kruse besprak de resultaten van de SWOG S1801-studie8, de eerste gerandomiseerde gecontroleerde trial die adjuvante therapie vs. neoadjuvante behandeling onderzocht bij patiënten met stadium IIIB-IV melanomen. Deze fase 2 studie vergeleek postoperatieve behandeling (18 doses pembro, n=159) met perioperatieve behandeling (3 doses pembro voor en 15 doses na operatie, n=154). Na een mediane follow-up van 14,7 maanden was het resultaat significant gunstiger in de experimentele arm (HR 0.59). De 2 jaar gebeurtenisvrije overleving bedroeg resp. 72% in de experimentele arm en 49% in de controle arm. De follow-up was te kort om de totale overleving te beoordelen. De discussie bracht aan het licht dat het nog te vroeg is om neoadjuvante therapie als standaard te weerhouden.

1. Long, G. V et al. J. Clin. Oncol. 40, LBA9500-LBA9500 (2022).

2. Eggermont, A. M. M. et al. Lancet Oncol. 22, 643-654 (2021).

3. Ascierto, P. A. et al. Lancet Oncol. 21, 1465-1477 (2020).

4. Dummer, R. et al. N. Engl. J. Med. 383, 1139-1148 (2020).

5. Schadendorf, D. et al. 748O Ann. Oncol. 33, S900 (2022).

6. Versluis, J. M. et al. J. Clin. Oncol. 40, 9572 (2022).

7. Blank, C. U. et al. J. Clin. Oncol. 40, 9501 (2022).

8. Patel, S. et al. LBA6 Ann. Oncol. 33, S1408 (2022).

Afkortingen: pembro: pembrolizumab, nivo: nivolumab, ipi: ipilimumab, D +T: dabrafenib + trametinib

In België is er, na een volledige resectie, een vergoeding voor adjuverende behandeling vanaf stadium IIb tot IV. De goedkeuring steunt op de positieve resultaten van fase drie studie. Dr. Kruse gaf een overzicht, samengevat in de onderstaande tabel. De terugbetaling in stadium IV berust op de subgroep analyse van de Checkmate2383 studie die ook patiënten in dit stadium includeerde.Adjuvante combinatiebehandeling voor stadium IV-tumoren?De IMMUNED studie5 suggereerde dat een combinatiebehandeling efficiënter was, maar hiervoor is een België geen terugbetaling, zei dr. Kruse. Deze fase 2 toonde bij stadium IV-melanoom patiënten dat adjuvante therapie met nivo + ipi (n= 56) en nivo (n=59) resulteerde in een langer recidief vrije overleving vs. placebo (n=52). De vier jaar recidief vrije overleving was resp. 64%, 31% en 15%. Het risico op overlijden was significant lager voor nivo + ipi versus placebo (HR 0,41) maar niet voor nivo alleen versus placebo (HR 0,75). De resultaten van neoadjuvante behandeling zijn veelbelovend.De prospectieve fase 2 studies OpACIN-neo 6 en PRADO 7 bevestigden de goede respons na neoadjuvante behandeling en gaven een aanwijzing dat deze aanpak een klinisch voordeel bood. Dr. Kruse besprak de resultaten van de SWOG S1801-studie8, de eerste gerandomiseerde gecontroleerde trial die adjuvante therapie vs. neoadjuvante behandeling onderzocht bij patiënten met stadium IIIB-IV melanomen. Deze fase 2 studie vergeleek postoperatieve behandeling (18 doses pembro, n=159) met perioperatieve behandeling (3 doses pembro voor en 15 doses na operatie, n=154). Na een mediane follow-up van 14,7 maanden was het resultaat significant gunstiger in de experimentele arm (HR 0.59). De 2 jaar gebeurtenisvrije overleving bedroeg resp. 72% in de experimentele arm en 49% in de controle arm. De follow-up was te kort om de totale overleving te beoordelen. De discussie bracht aan het licht dat het nog te vroeg is om neoadjuvante therapie als standaard te weerhouden. 1. Long, G. V et al. J. Clin. Oncol. 40, LBA9500-LBA9500 (2022).2. Eggermont, A. M. M. et al. Lancet Oncol. 22, 643-654 (2021).3. Ascierto, P. A. et al. Lancet Oncol. 21, 1465-1477 (2020).4. Dummer, R. et al. N. Engl. J. Med. 383, 1139-1148 (2020).5. Schadendorf, D. et al. 748O Ann. Oncol. 33, S900 (2022).6. Versluis, J. M. et al. J. Clin. Oncol. 40, 9572 (2022).7. Blank, C. U. et al. J. Clin. Oncol. 40, 9501 (2022).8. Patel, S. et al. LBA6 Ann. Oncol. 33, S1408 (2022).Afkortingen: pembro: pembrolizumab, nivo: nivolumab, ipi: ipilimumab, D +T: dabrafenib + trametinib