...

De auteurs van dit artikel herinneren er in de eerste plaats aan dat een carcinoom van onbekende oorsprong goed is voor 3% tot 5% van alle kankers. Het is de op zes of zeven na frequentste kanker en de op drie na belangrijkste oorzaak van kankersterfte bij zowel mannen als bij vrouwen. De auteurs hebben de gegevens geanalyseerd van 4.160 patiënten bij wie een kanker van onbekende oorsprong was gediagnosticeerd tussen 1980 en 2010. De mediane leeftijd van de patiënten was 72 jaar. Van de patiënten waren er 47,6% mannen. 36,3% (1.511 patiënten) van de patiënten met een carcinoom van onbekende oorsprong had een adenocarcinoom, 26,4% (1.098 patiënten) een niet-gespecificeerd carcinoom, 7,8% (326 patiënten) een spinocellulair carcinoom, 5,0% (207 patiënten) een neuro-endocriene tumor en 24,5% een ander histologisch type. De eerstegraadsverwanten van patiënten met een carcinoom van onbekende oorsprong liepen een hoger risico om zelf ook een carcinoom van onbekende oorsprong te ontwikkelen (HR 1,35; 95% BI 1,07 tot 1,70) of longkanker (HR 1,37; 95% BI 1,22 tot 1,54), pancreaskanker (HR 1,28;95% BI 1,06 tot 1,54), een myeloom (HR 1,28; 95% BI 1,01 tot 1,62) of een non-hodgkinlymfoom (HR, 1,16; 95% BI 1.00 tot 1.35) dan de eerstegraadsverwanten van mensen zonder kanker van onbekende oorsprong. De tweedegraadsverwanten vertoonden iets vaker longkanker (HR 1,14; 95% BI 1,03 tot 1,26), pancreaskanker (HR 1,17; 95% BI 1,01 tot 1,37), borstkanker (HR 1,09; 95% BI 1,02 tot 1,16), een melanoom (HR 1,09; 95% BI 1,00 tot 1,19) en ovariumkanker (HR 1,19; 95% BI 1,02 tot 1,39) dan de verwanten van controlepersonen zonder kanker van onbekende oorsprong.