...

De auteurs hebben een cohortonderzoek uitgevoerd bij 28.423 overlevenden van kanker (46,4% vrouwen, mediane leeftijd op het ogenblik van de diagnose van kanker: 6,1 jaar (spreiding 0,0-22,7 jaar). 9.330 patiënten hadden doxorubicine gekregen, 4.433 daunorubicine, 342 epirubicine, 241 idarubicine en 265 mitoxantron. Tijdens een mediane follow-up van 20,0 jaar (spreiding 5,0-40,0 jaar) na de diagnose van kanker werden 399 gevallen van cardiomyopathie gediagnosticeerd. De cardiomyopathie-equivalentieverhouding versus doxorubicine bedroeg 0,6 (95% BI 0,4-1,0) met daunorubicine, 0,8 (95% BI 0,5-2,8) met epirubicine en 10,5 (95% BI 6,2-19,1) met mitoxantron. Er waren te weinig gegevens over idarubicine zodat die niet goed konden worden geanalyseerd. De verhoudingen gebaseerd op een continue lineaire dosis-responsrelatie waren vergelijkbaar met daunorubicine (0,5 [95% BI, 0,4-0,7]) en epirubicine (0,8 [95% BI, 0,3-1,4]).De auteurs van deze studie, die werd uitgevoerd bij een zeer groot aantal patiënten die als kind kanker hadden overleefd, concluderen dat het risico op cardiomyopathie lager is met daunorubicine dan met doxorubicine en dat epirubicine ongeveer even cardiotoxisch is als doxorubicine. De cardiotoxiciteit van mitoxantron daarentegen werd tot nog toe blijkbaar sterk onderschat.Feijen EAM et al. Derivation of Anthracycline and Anthraquinone Equivalence Ratios to Doxorubicin for Late-Onset Cardiotoxicity. JAMA Oncol. Online gepubliceerd op 31 januari 2019. doi:10.1001/jamaoncol.2018.6634. https://jamanetwork.com/journals/jamaoncology/article-abstract/2723274