Uit de gegevens van de European Leukemia Net (ELN) database werden de patiënten geselecteerd met chronische myeloïde leukemie (CML) die zwanger geworden zijn. Er werd uitgekeken naar congenitale misvormingen bij de kinderen en CML-uitkomst bij de moeders in functie van de gebruikte medicatie.
...
In totaal werden 222 gevallen geïdentificeerd.1 Drie scenario's zijn mogelijk, zo legde prof. Samantha Benghiat (Erasmusziekenhuis, Brussel) uit op deze post-ASH-meeting. In 47 gevallen werd de diagnose van CML gesteld door het bloedonderzoek uitgevoerd bij het vaststellen van de zwangerschap. Bij 16 van hen was geen behandeling nodig tijdens de zwangerschap en kon die worden uitgesteld tot na de bevalling. 15 toekomstige moeders kregen interferon in eerste, tweede en derde trimester, en 19 imatinib in tweede en derde trimester. In deze groep werd geen enkele congenitale misvorming vastgesteld.80 vrouwen waren in DMR (deep molecular response = MR ≥4, of bcr-abl/abl < 0,01%) toen ze zwanger werden. Bij 66 van hen gebeurde de bevruchting onder tyrosinekinase-inhibitor (TKI) zonder dat een congenitale afwijking bij een van de kinderen werd gerapporteerd. 59 hadden geen behandeling nodig tijdens de zwangerschap, 7 namen imatinib en 4 nilotinib in tweede en derde trimester, en de overige 10 kregen interferon. Er werd geen progressie naar de blastenfase opgetekend. Er deed zich één geval van nier/ureterduplicatie voor, maar in de groep zonder behandeling.Van diegenen die niet in majeure moleculaire remissie waren (MMR = bcr-abl/abl <0,1%) (n=95), hadden velen een behandeling nodig in de zwangerschap: 35 een TKI, 20 interferon en 3 hydroxy-ureum. Vier patiënten vertoonden progressie naar een blastenfase, maar deze patiënten bleken hun medicatie niet heel compliant ingenomen te hebben. Vier kinderen hadden een milde congenitale misvorming: een polydactylie van een moeder die op 4 weken nilotinib verving door peg-interferon, een hypospadias onder interferon en 2 niet gesloten foramen ovale onder imatinib (<4 weken en >32 weken). Kortom• CML-patiënten kunnen een zwangerschap plannen. • De behandeling kan worden uitgesteld zonder de CML-uitkomst in gevaar te brengen.• Bij conceptie onder TKI is vroeg stoppen met de medicatie de boodschap (4-5 weken). De TKI stoppen vóór de conceptie wordt niet aanbevolen wegens het risico op verlies van respons.• Na 13-15 weken (na organogenese) zijn TKI's met zwakke placentapenetratie te verkiezen (imatinib of nilotinib). • Bij patiënten die niet in DMR zijn, kan een vroege switch naar interferon de hematologische remissie onderhouden.1Abruzzese E et al. ASH 2019, abstr. 498