...

De onderzoekers hebben hun studie uitgevoerd bij 20.690 patiënten die een kanker tijdens de kinderjaren vijf jaar of langer hebben overleefd. Een groep van 4.027 broers en zussen van die overlevenden vormden de controlegroep. Op de leeftijd van 45 jaar bedroeg de cumulatieve frequentie van longcomplicaties 29,6% (95% BI 29,1% - 30,0%) bij de patiënten die een kanker hadden overleefd, en 26,5% (95% BI 24,9%-28,0%) bij de broers en zussen. De overlevenden vertoonden vaker een chronische hoest (RR 1,6, 95% BI 1,4-1,9), hadden vaker zuurstof nodig (RR 1,8, 95% BI 1,5-2,2), vertoonden vaker longfibrose (RR 3,5, 95% BI 2,3-5,4) en ontwikkelden vaker een recidiverende pneumonie (RR 2,0, 95% BI 1,4-3,0) dan de controlegroep. De overlevenden die dergelijke longcomplicaties hebben ontwikkeld, waren ook vaker beperkt bij de activiteiten van het dagelijkse leven dan hun broers en zussen. De cumulatieve frequentie van longcomplicaties bleef stijgen tot 25 jaar na de initiële diagnose van kanker. Het risico was het hoogst bij de patiënten die een combinatie van chemotherapie en radiotherapie hadden gekregen. Mensen die als kind een kanker overleven, moeten dus op lange termijn worden gevolgd. Dietz AC et al.: Risk and impact of pulmonary complications in survivors of childhood cancer: A report from the Childhood Cancer Survivor Study. Cancer 2016. Online gepubliceerd voor de papieren versie op 9 augustus 2016. DOI: 10.1002/cncr.30200