...

Het nieuwe 'Particle Therapy Interuniversity Center Leuven' (ParTICLe) komt op de Leuvense Health Sciences campus Gasthuisberg. ParTICLe ligt vlak bij de huidige afdeling radiotherapie-oncologie, de afdeling radiologie, het medical imaging research center en nucleaire geneeskunde. IBA levert en installeert de toestellen.Het gebouw, een bunker van dik beton, ligt vrijwel volledig onder de grond. In september 2016 begonnen de werken, de voltooiing is voorzien begin 2018. Daarna installeert men het protontherapietoestel. Na validatie zouden de eerste patiënten in het laatste kwartaal van 2019 behandeld kunnen worden. De bouw vergt een investering van 45miljoen waarvan 20 miljoen voor het gebouw. De definitieve erkenning volgt pas na validatie door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.IndicatiesProfessor Marc Decramer, gedelegeerd bestuurder UZ Leuven: "Klassieke radiotherapie bestraalt niet enkel de tumor maar raakt ook het omliggende gezonde weefsel." Bovendien kan doorheen de tumor ook achterliggend weefsel beschadigd worden. Decramer: "Met protontherapie ligt de focus veel meer op de tumor. De protonen stoppen ook aan het einde van de tumor. Er is minder secundaire bestraling van gezonde weefsels en dus zijn er minder secundaire tumoren en minder nevenwerkingen. Terwijl de dosis op de tumor hoger ligt."Twee types indicaties komen in aanmerking. "Vooreerst zijn er standaard-indicaties: tumoren die met conventionele radiotherapie onvoldoende of niet precies genoeg kunnen bestraald worden. Bijvoorbeeld tumoren aan de schedelbasis, het oog, hersenen, osteocarcinoom bij kinderen enz. Vandaag behandelen centra in Heidelberg en Zwitserland hiervoor Belgische patiënten. Het Riziv betaalt dit terug. Voor deze indicaties is protontherapie algemeen aanvaard. Jaarlijks gaat het over 200 à 250 Belgische patiënten. Eén centrum kan circa 200 patiënten per jaar aan."Daarnaast zijn er 'modelgebaseerde indicaties'. "Via klinisch-wetenschappelijke studies wordt onderzocht of protontherapie beter is dan klassieke bestraling als de dosis helemaal in functie staat tot de diepte van het weefsel. Bijvoorbeeld bij prostaat- of longkanker. Hiervoor is het nog wachten op harde evidentie", aldus professor Decramer. Als het licht hiervoor op groen gaat, dan breidt de indicatiestelling uit met enkele duizenden patiënten. Onduidelijk is wel nog hoe groot het percentage tumoren is dat zo kan behandeld worden. "Nederland en Noorwegen houden hiermee al rekening bij de planning van het aantal protontherapiecentra", aldus de topman van de UZ Leuven. ParTICLe kan 250 indicaties behandelen-circa 180 voor volwassenen en een 40-tal voor kinderen."Twee centraUniek is de taalgrensoverschrijdende samenwerking met UCL en de Cliniques universitaires Saint-Luc. Naast een aantal regionale ziekenhuizen trekken ook de UZ's van Gent, Brussel en Antwerpen aan de kar. Het netwerk bereikt 80% van alle radiotherapiecentra in ons land. Decramer: "Momenteel volgen een aantal radiotherapeuten en geïnteresseerde artsen opleidingen in buitenlandse centra. Tegen 2019 zullen ze hiervoor klaar zijn. Ze gaan dan niet uitsluitend protontherapie doen. Wel dienen ze zich toe te leggen op specifieke orgaanexpertise bij een tumor. Ze beoefenen protontherapie naast hun normale activiteiten."Een tweede centrum voor protontherapie is voorzien in Charleroi. Vraag is of dat, gezien het beperkte aantal patiënten, niet van het goede te veel is. Professor Decramer vindt van niet. "In Leuven zijn kamers voorzien voor klinisch werk en voor onderzoek. Gaat het louter over standaardindicaties dan is één centrum al te veel. Omwille van de uitbreiding van de indicatiestelling en omwille van het wetenschappelijk onderzoek zijn twee centra in België wel verantwoord."