...

Chemotherapeutica grijpen in op de uitlopers van de dikke en/of dunne sensibele en/of motorische perifere zenuwvezels. Aantasting van de dik-gemyeleniseerde sensibele vezels verstoren de tastzin en de waarneming van beweging, terwijl een aantasting van de dunne sensibele vezels de waarneming van pijn en temperatuur doet belemmeren. Motorische restverschijnselen van CiPN uiten zich o.a. in een klapvoet en minder kracht in de handen. Er kan tevens een neuropathie van de ongemyeleniseerde autonome zenuwvezels ontstaan, wat aanleiding geeft tot autonome functiestoornissen (obstipatie/urineretentie/orthostatische hypotensie). Een polyneuropathie is een klinisch fenotype De toxische klinische eigenschappen werden tijdens het congres per farmaceutische klasse besproken. Binnen dezelfde klasse (o.a. platinumderivaten) zijn er evenwel verschillen. Cisplatinum beschadigt het DNA in de sensibele spinale ganglia, wat aanleiding geeft tot een sensibele polyneuropathie (paresthesieën). Typisch is het coasting fenomeen, waarbij de neuropathie (tijdelijk) verergert na stopzetting van de toediening. Oxaliplatine die wordt ingezet bij GI tumoren kan aanleiding geven tot een koude overgevoeligheid. Carboplatine daarentegen veroorzaakt nauwelijks polyneuropathie. De vinca-alkaloïden (bv. vincristine) induceren sensomotorische stoornissen, die zich in het begin vaak uiten in tintelende vingers en later door ataxie, een gestoorde balans en evenwichtsstoornissen. Andere oorzaak van polyneuropathie dan CiPN is mogelijk Volgens Dr. Jongen is de medisch oncoloog, internist of hematoloog goed in staat om te gaan met toxiciteit van chemotherapie en moet enkel bij twijfel doorgestuurd worden naar een neuroloog om een eventuele andere oorzaak van polyneuropathie dan chemotherapie te achterhalen. Bijvoorbeeld, een patiënt met een non-Hodgkin lymfoom, die kampt met een snel progressieve krachtsverlies in de bovenbenen na staken van vincristine, is veeleer het slachtoffer van een lymfoom dat gelokaliseerd is in het centrale zenuwstelsel (CZS) en niet van een CiPN. Atrofie van de bovenbenen is zelden een uiting van CiPN en wordt meestal veroorzaakt door inactiviteit, door corticosteroïden of in dit geval door een lymfoomlokalisatie in het CZS.