...

Vorsers van de Universiteit van Lund hebben in de nationale registers 1 181 490 mannen teruggevonden die in Zweden vader waren geworden tussen januari 1994 en december 2014. Ze hebben die mannen dan opgesplitst naargelang van de wijze van bevruchting: 20 618 via in-vitrofertilisatie (IVF), 14 882 via intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI), een techniek die wordt toegepast in geval van ernstigere onvruchtbaarheid, en 1 145 990 op natuurlijke wijze.De wetenschappers hebben vastgesteld dat mannen die een beroep hadden gedaan op medisch geassisteerde voortplanting, significant vaker prostaatkanker kregen dan mannen die op natuurlijke wijze vader waren geworden. 0,28% van die laatste mannen heeft prostaatkanker gekregen tegen 0,37% van de mannen die in-vitrofertilisatie hadden laten uitvoeren, en 0,42% van de mannen die waren overgegaan tot ICSI. Bij mannen die vader waren geworden via medisch geassisteerde voortplanting, werd ook vaker een diagnose van prostaatkanker gesteld voor de leeftijd van 55 jaar. Na ICSI was het risico zelfs bijna tweemaal hoger.De auteurs concluderen dat mannen die vader zijn geworden via medisch geassisteerde voortplanting en vooral via ICSI risico lopen. Bij die mannen kan een screening op prostaatkanker al op jongere leeftijd en op lange termijn wenselijk zijn.In een redactioneel commentaar schrijven twee endocrinologen van het Imperial College in Londen, dat "het biologische mechanisme dat de link vormt tussen onvruchtbaarheid en prostaatkanker, nog niet bekend is, maar dat afwijkingen van het Y-chromosoom zouden kunnen meespelen." (referenties: British Medical Journal, 25 september 2019, doi: 10.1136/bmj.l5214, en 10.1136/bmj.l5525)