...

De auteurs hebben de gegevens doorgenomen van 11 061 patiënten bij wie tussen 1991 en 2010 een transplantatie was verricht. 3068 patiënten zijn gestorven van wie 603 (20%) aan kanker. De kankersterfte was significant hoger bij de getransplanteerde patiënten dan in de algemene bevolking (gestandaardiseerde sterfteverhouding [SMR] = 2,84, 95% betrouwbaarheidsinterval = 2,61 tot 3,07). Het risico bleef verhoogd (SMR = 1,93, 95% BI = 1,75 tot 2,13) na uitsluiting van de patiënten die kanker hadden voor de transplantatie (n = 1124). De kankersterfte was verhoogd ongeacht het type orgaan dat was getransplanteerd. Er werd geen verschil gezien tussen mannen en vrouwen. Het overlijdensrisico in vergelijking met de algemene bevolking was het hoogst bij kinderen (SMR = 84,61, 95% BI = 52,00 tot 128,40) en het laagst bij 60-plussers (SMR = 1,88, 95% BI = 1,62 tot 2,18). 78% van de kankersterfte heeft zich voorgedaan bij patiënten met een functioneel transplantaat. Kanker was de op een na belangrijkste doodsoorzaak (20%) na hart- en vaataandoeningen (24%). Bij de patiënten die een levertransplantatie hadden ondergaan, was kanker zelfs de belangrijkste doodsoorzaak (26%).