...

In deze retrospectieve populatiestudie werd het gebruik van aspirine (Noorse gegevensbank van voorschriften) geëvalueerd bij de patiënten bij wie tussen 2004 en 2011 een diagnose van colorectale kanker was gediagnosticeerd (Noors kankerregister). Die registers dekken meer dan 99% van de Noorse populatie. Blootstelling aan aspirine werd gedefinieerd als het voorschrijven van aspirine gedurende meer dan zes maanden na een diagnose van colorectale kanker. De analyse werd uitgevoerd bij 23.162 patiënten met een colorectale kanker, van wie er 6.102 (26,3%) aspirine hadden ingenomen na de diagnose. De mediane follow-up bedroeg 3,0 jaar.In het totaal zijn 2.071 (32,9%) patiënten overleden die aspirine hadden ingenomen gedurende minstens zes maanden. 1.158 patiënten (19,0%) zijn overleden aan colorectale kanker. Van de 17.060 patiënten die niet aan aspirine waren blootgesteld, zijn er 7.218 (42,3%) gestorven, van wie 5.375 (31,5%) aan colorectale kanker.Bij multivariate analyse correleerde de blootstelling aan aspirine met een significante verbetering van de specifieke overleving voor colorectale kanker (risicoverhouding [HR] = 0,85, p < 0,001) en een lichte verbetering van de totale overleving (HR = 0,95, 95% betrouwbaarheidsinterval = 0,90 - 1,01, p = 0,076). Bij een gestratificeerde analyse werd een sterkere verbetering van de specifieke overleving voor colorectale kanker (HR = 0,77, 95% BI = 0,71-0,84) en de totale overleving (HR = 0,86, 95% BI = 0,81-0,92) waargenomen bij de patiënten die aspirine hadden ingenomen voor en na de diagnose.Bains SJ et al.: Aspirin As Secondary Prevention in Patients With Colorectal Cancer: An Unselected Population-Based Study. JCO May 31, 2016.Online gepubliceerd voor de papieren versie. doi: 10.1200/JCO.2015.65.3519