In deze open-label, gerandomiseerde, gecontroleerde en multicentrische Chinese fase 3-studie, werden 134 patiënten met een HER2-positief gemetastaseerd borstcarcinoom en progressie na een behandeling met trastuzumab en taxanen behandeld met pyrotinib (400 mg per os eenmaal per dag) plus capecitabine (1.000 mg/m2 per os tweemaal per dag op dagen 1-14 van elke 21-daagse cyclus) en 132 werden behandeld met lapatinib (1.250 mg per os eenmaal per dag) in combinatie met eenzelfde dosis capecitabine.
...
Bij een mediane follow-up van 10,5 maanden (95% CI 9,3-11,1) in de pyrotinibgroep en 9,7 maanden (9,7-11,0) in de lapatinibgroep, noteerde men een progressie van de aandoening of een overlijden bij 46 (34%) patiënten in de pyrotinibgroep en 84 (64%) in de lapatinibgroep. Bijgevolg verbeterde de combinatie pyrotinib plus capecitabine significant de progressievrije overleving in vergelijking met lapatinib plus capecitabine (mediaan 12,5 maanden [95% CI 9,7-niet bereikt] in de pyrotinibgroep tegenover 6,8 maanden [5,4-8,1] in de lapatinibgroep; HR 0,39 [95% CI 0,27-0,56]; p<0,0001).Een objectieve respons werd weerhouden bij 90 (67%; 95% CI 58,5-75,0) van de 134 personen in de pyrotinibgroep en 68 (52%; 42,7-60,3) van de 132 in de lapatinibgroep en een klinisch voordeel van de behandeling (volledige respons, gedeeltelijke respons, of stabiele aandoening gedurende ≥24 weken) bij 98 (73%; 95% CI 64,8-80,4) van de 134 patiënten in de pyrotinibgroep en 78 (59%; 50,2-67,6) van de 132 in de lapatinibgroep. Bij een mediane follow-up van 21,8 maanden (95% CI: 20,4-22,8) in de pyrotinibgroep en 21,5 maanden (20,3-22,0) in de lapatinibgroep constateerde men een overlijden bij 44 (33%) personen in de pyrotinibgroep en 48 (36%) in de lapatinibgroep. De mediane algemene overleving bedroeg 26,8 maanden (95% CI 26,2-niet bereikt) in de pyrotinibgroep en werd niet bereikt (21,8-niet bereikt) in de lapatinibgroep. Proportioneel was het aantal patiënten dat de behandeling diende te onderbreken omwille van bijwerkingen gelijk (vier [3%] tegenover drie [2%]), en allen waren behandelingsgerelateerd. Bijwerkingen van graad 3 of erger werden waargenomen bij 86 (64 %) van de 134 patiënten in de pyrotinibgroep en 57 (43%) van de 132 patiënten in de lapatinibgroep, waarbij diarree (41 in de pyrotinibgroep tegenover 11 in de lapatinibgroep) en hand-voetsyndroom (22 tegenover 20) het meest frequent voorkwamen. Ernstige bijwerkingen werden gerapporteerd bij 14 (10%) patiënten in de pyrotinibgroep en 11 (8%) patiënten in de lapatinibgroep. Ernstige behandelingsgerelateerde bijwerkingen traden op bij acht (6%) patiënten in de pyrotinibgroep en twee (2%) patiënten in de lapatinibgroep. Behandelingsgerelateerde overlijdens werden niet gerapporteerd in de pyrotinibgroep en één plots overlijden in de lapatinibgroep werd beschouwd als behandelingsgerelateerd. Xu, B, Yan, M., Ma, F. et all.: Pyrotinib plus capecitabine versus lapatinib plus capecitabine for the treatment of HER2-positive metastatic breast cancer (PHOEBE): a multicentre, open-label, randomised, controlled, phase 3 trial. Lancet Oncol 2021; 22: 351-60. Published Online February 11, 2021. https://doi.org/10.1016/ S1470-2045(20)30702-6.