...

Van de 2.192 citaten die de auteurs in de medische literatuur konden terugvinden, beantwoordden er slechts 26 aan de vereiste criteria. Het ging vaker om observationele studies dan gecontroleerde, klinische studies. In 23 gevallen ging het in de studies om chronische HBV-infecties en in 3 gevallen over oude, ogenschijnlijk genezen infecties. Het merendeel van de studies (22/26) had een Aziatische oorsprong. De tumoren hadden een diverse origine: spijsverteringsstelsel, borst, long, NKO,... De protocollen voor chemotherapie, eventueel gekoppeld aan corticotherapie, waren dus eveneens divers. In totaal werden 1.751 patiënten met een chronische infectie in de studie opgenomen en 328 met een oude infectie. Hun gemiddelde leeftijd bedroeg 47 jaar (20 tot 80 jaar) en de meerderheid waren vrouwen. Van de 1.751 patiënten met een chronische infectie kregen er 774 antivirale profylaxe, voornamelijk met lamivudine. De virale DNA-waarde bij aanvang werd niet altijd vermeld in de zeer heterogene studies. Zonder profylaxe, gemiddeld 25% reactivatierisicoHet risico van reactivatie met HBV, in geval van chronische infectie, tijdens chemotherapie voor een solide tumor, zonder profylaxe, varieert volgens de studies (n=19) van 4 tot 68%, met een gemiddelde van 25%. Bij gebruik van profylaxe is het risico aanzienlijk lager, schommelend tussen 0,9 en 31,4%, met een gemiddelde van 4,1% (18 publicaties). Na het uitsluiten van een heel atypische studie, met een mogelijk gebrek aan therapietrouw aan de profylaxe en dus een zeer hoog reactivatiepercentage, werd het risico herleid tot 3,5% (95% betrouwbaarheidsinterval : 2,3-5,0%). Het varieert afhankelijk van de tumorlocatie en de eigenschappen van de chemotherapie. Het risico is laag bij taxanen (3,0%) en bereikt een piek van 29% bij gebruik van antracyclines. Bij het gebruik van platinezouten bedraagt het gemiddelde reactivatiepercentage 25% (24 tot 49%), net als bij FOLFOX-FOLFIRI-protocollen (19 tot 25%). Vier van de negen publicaties die de behandelingsprotocollen in detail bespreken, vermelden de toevlucht tot corticotherapie. Zonder profylaxe bedraagt het percentage recidief van hepatitis B 23% (2 tot 60%), dat van ernstig leverfalen 2% (1-20%) en van overlijden 2,3% (0,4-20%). Drie van de 26 geselecteerde studies vergelijken het reactivatierisico met en zonder profylaxe. De odds ratio (OR) situeert zich op 0,12 (IC: 0,06-0,22) voor het optreden van reactivatie, op 0,18 (IC: 0,10-0,30) voor hepatitis B, op 0,10 (IC: 0,04-0,23) voor een onderbreking van de chemotherapie. De OR voor het optreden van ernstige leverziekte en overlijden zijn respectievelijk 0,3 en 0,4, zonder statistische significantie. Drie studies hergroeperen 328 patiënten met antecedenten van oude hepatitis : het reactivatierisico lijkt lager maar niet onbestaand, van 0,3 tot 9%. Dit systematisch overzicht bevestigt dus dat het risico van reactivatie van hepatitis B in geval van chemotherapie voor een solide tumor aanzienlijk is bij het ontbreken van profylaxe, in een grootteorde van 25% in het geval van chronische infectie en 3% bij oude infecties. Het bevestigt eveneens de doeltreffendheid van antivirale profylaxe, met een OR van 0,12 (IC: 0,06-0,22). Naar systematische screening?In 2008 stelden de Centers for Disease Control, net zoals heel wat hepatologische verenigingen, een systematische HBV-screening voor bij alle patiënten die chemotherapie nodig hebben. De American Society of Clinical Oncology had het in 2010 slechts over gerichte screening voor patiënten met hoog risico (in functie van land van oorsprong, antecedenten van transfusie of verslaving,...) of voor zwaar immunosuppressieve chemotherapie (hematopoëtische stamceltransplantatie, rituximab,...). Het recente overzicht bevestigt het nut van zeer uitgebreide of zelfs systematische screening. De kosten/batenverhouding van een dergelijke maatregel moet uiteraard zeer precies geëvalueerd worden, meer bepaald in landen met een lage endemie zoals de Verenigde Staten.BesluitBij patiënten met een chronische HBV-infectie die chemotherapie dienen te krijgen voor een solide, niet-hematologische tumor, is het risico van HBV-reactivatie aanzienlijk. De gegevens tonen het nut aan van systematische screening en de start van eventuele antivirale profylaxe voor de aanvang van chemotherapie. Verdere studies moeten het risico uitklaren in geval van een oude infectie en de kosten/batenverhouding van dergelijke maatregelen in kaart brengen.