...

De studie werd uitgevoerd bij 10.938 patiënten die een van de frequentste vormen van kanker tijdens de kinderjaren al vijf jaar of langer hadden overleefd. De kanker werd gediagnosticeerd voor de leeftijd van 21 jaar en de patiënten werden tussen 1970 en 1999 behandeld in 27 centra in de Verenigde Staten en Canada. Geen enkele patiënt heeft radiotherapie van het bekken of het hoofd gekregen. De doses van 14 alkylerende middelen en equivalente cumulatieve doses van cyclofosfamide werden berekend en gerelateerd aan de zwangerschappen en levende geboortes die zich hebben voorgedaan tussen de leeftijd van 15 en 44 jaar. De patiënten werden vergeleken met 3.949 broers en zussen van de patiënten, die de controlegroep vormden. Na een mediane follow-up van acht jaar sinds occlusie in de studie of de leeftijd van 15 jaar verklaarden 4.149 overlevenden (38%) dat ze zwanger waren geworden of een kind hadden verwekt, van wie er 3.453 (83%) minstens een levende geboorte hebben gerapporteerd. Na een mediane follow-up van 10 jaar verklaarden 2.445 personen (62%) dat ze zwanger waren geworden of een kind hadden verwekt, van wie er 2.201 (90%) minstens één levende geboorte hebben gerapporteerd. Bij multivariate analyse was de waarschijnlijkheid om zwanger te worden of een kind te verwekken kleiner bij de patiënten die als kind kanker hadden overleefd (risicoverhouding [HR] bij mannen = 0,63, p < 0,0001, en bij vrouwen = 0,87, p < 0,0001). De waarschijnlijkheid van een levende geboorte was ook kleiner bij de patiënten die als kind een kanker hadden overleefd: HR 0,63, p < 0,0001, bij mannen en HR = 0,62, p < 0,0001, bij vrouwen. Een correlatie werd waargenomen met de cumulatieve doses van alkylerende middelen: met cyclofosfamide, ifosfamide, procarbazine en cisplatine bij mannen en met busulfan en lomustine bij vrouwen.