...

De onderzoekers hebben 698 vrouwen met bioptisch bewezen atypieën van borstklierweefsel gedurende gemiddeld 12,5 jaar gevolgd. Driehonderddertig (330) vrouwen vertoonden een atypische canalaire hyperplasie, 327 vrouwen een atypische lobulaire hyperplasie en 32 beide types van atypische hyperplasie. 143 patiënten hebben borstkanker gekregen. Zowel in de groep met atypische canalaire hyperplasie als in de groep met atypische lobulaire hyperplasie was de incidentie van optreden van borstkanker in de homolaterale borst tweemaal hoger dan de incidentie in de andere borst. Het percentage vrouwen dat binnen 5 jaar na de diagnose een homolaterale borstkanker heeft ontwikkeld, was even hoog in de groep met atypische canalaire hyperplasie als in de groep met atypische lobulaire hyperplasie. Dat wijst erop dat atypische lobulaire hyperplasie net zoals atypische canalaire hyperplasie ook een voorloperstadium van borstkanker kan zijn en niet louter een risicofactor. Tot nog werd algemeen aangenomen dat atypische canalaire hyperplasie kan leiden tot borstkanker in de homolaterale borst, terwijl atypische lobulaire hyperplasie misschien geen directe precursor van borstkanker is, maar zou wijzen op een even hoog risico op ontwikkeling van borstkanker in de twee borsten. Dat wordt dus door deze studie tegengesproken.