...

Professor Myung-Ju Ahn van de Universiteit van Seoel (Zuid-Korea) presenteerde de resultaten van een van de behandelingsgroepen van de TATTON-studie, een fase Ib-studie met meerdere behandelingsgroepen. Eén groep wordt behandeld met een combinatie van osimertinib, een EGFR-tyrosinekinaseremmer van de nieuwe generatie, en durvalumab, een checkpointremmer die specifiek het ligand PD-L1 blokkeert, bij patiënten met een niet-kleincellige longkanker met een gemuteerde EGFR.Nieuwe therapeutische opties zijn nodig "EGFR-tyrosinekinaseremmers zoals gefitinib vormen de standaardeerstelijnstherapie bij patiënten met een niet-kleincellige longkanker met een mutatie van het EGFR-gen", legde prof. Ahn uit. "Gefitinib in monotherapie geeft een hoger responspercentage (van 62 tot 74%) en verbetert de progressievrije overleving (mediane PFS van 6 tot 11 maanden) in vergelijking met chemotherapie (ORR = 30-48%, mediane PFS = 5 tot 6 maanden). De meeste tumoren worden echter resistent tegen EGFR-tyrosinekinaseremmers en zullen dan ook toenemen. Daarom zijn andere behandelingen noodzakelijk die een langere respons geven, bijvoorbeeld immunotherapie of tyrosinekinaseremmers van een nieuwe generatie."Combinatie osimertinib/durvalumab Durvalumab is een specifiek immunotherapeutisch middel dat gericht is tegen het ligand PD-L1. PD-L1 wordt sterk tot expressie gebracht door de cellen van een groot aantal kankers waaronder niet-kleincellige longkanker met een EGFR-mutatie. Osimertinib is een krachtige EGFR-tyrosinekinaseremmer van een nieuwe generatie, die ook actief is in geval van de T790M-mutatie van EGFR. De TATTON-studie is een fase Ib-studie met meerdere behandelingsgroepen. In Genève werden de resultaten gepresenteerd die werden behaald met een combinatie van die twee geneesmiddelen.Studie in fasen In de TATTON-studie werd de combinatie durvalumab/osimertinib in twee fasen onderzocht. Tijdens de eerste fase werd de dosering verhoogd bij patiënten bij wie de tumor was verergerd tijdens een behandeling met een EGFR-TKI en die nog geen behandeling met een checkpointremmer hadden gekregen. De tweede fase was een expansiefase die werd uitgevoerd bij patiënten met een tumor met een gemuteerd EGFR-gen die nog geen behandeling met een TKI hadden gekregen. De studie werd uitgevoerd bij patiënten met een gemetastaseerde of plaatselijk gevorderde NSCLC. De patiënten werden gerekruteerd in de VS en Azië. Figuur 1 beschrijft de studieopzet.Figuur 1Opzet van de TATTON-studieFocus op veiligheid Het primaire eindpunt van de TATTON-studie is de veiligheid en de tolerantie van de combinatie durvalumab/osimertinib. Secundaire eindpunten zijn de tumorrespons volgens RECIST v1.1-criteria met evaluatie van het percentage objectieve respons en de duur van de respons. Ook worden de farmacokinetische en farmacodynamische parameters en de immunogeniciteit geanalyseerd. Biomarkers vormen een explorerend eindpunt. Het aantal patiënten dat in die groep van de TATTON-studie werd opgenomen, was niet erg hoog (23 patiënten in fase A en 11 patiënten in de expansiefase).Ernstige bijwerkingen "Ernstige bijwerkingen (graad ? 3) van osimertinib en durvalumab werden waargenomen bij respectievelijk vijf en vier patiënten tijdens fase A en bij respectievelijk zes en vijf patiënten tijdens fase B", merkte prof. Ahn op. "Drie patiënten hebben fase A en vijf patiënten hebben fase B stopgezet wegens bijwerkingen van osimertinib. Zeven patiënten hebben fase A en vijf patiënten hebben fase B stopgezet wegens bijwerkingen van durvalumab. Geen enkele bijwerking is fataal afgelopen." Tabel 1 vat de belangrijkste bijwerkingen samen. Tabel 1TATTON-studie, belangrijkste bijwerkingenInterstitiële pneumonie "Het aantal gevallen van interstitiële pneumopathie was hoger bij de patiënten die de combinatietherapie kregen dan wat te verwachten was bij behandeling met osimertinib of durvalumab alleen", onderstreepte Myung Ahn. Die complicatie werd waargenomen bij 38% van de patiënten (13/34) die de combinatietherapie hebben gekregen. In studies met osimertinib alleen bedroeg de frequentie van interstitiële pneumopathie 2,9% (35/1207) en met durvalumab alleen was dat 2 % (23/1149).Responspercentage Bij de patiënten die al een behandeling met een EGFR-TKI hadden gekregen, bedroeg het percentage objectieve respons 67% bij de patiënten met een tumor met de T790M-mutatie en 21% bij patiënten zonder T790M-mutatie. Het percentage objectieve respons bedroeg 70% bij de patiënten met een niet-kleincellige longkanker met een gemuteerde EGFR die nog geen behandeling met EGFR-TKI's hadden gekregen.Rekrutering stopgezet Op grond van de gegevens over de veiligheid in de TATTON-studie werd de rekrutering in de groep die de combinatie osimertinib/durvalumab krijgt in de TATTON-studie, stopgezet. De rekrutering van patiënten in de andere twee behandelingsgroepen (combinatie met MET- en MEK-remmers) wordt voortgezet.