...

Op het European Lung Cancer Congress (ELCC 2019, Genève 10-13 april) werd de CheckMate 451-studie gepresenteerd, een gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde fase III-studie die het effect van immunotherapie als onderhoudstherapie na chemotherapie heeft onderzocht op de totale overleving (TK Owonikoko et al. presentatie LBA1_PR). De studie werd uitgevoerd bij 834 patiënten met een gevorderde kleincellige longkanker die niet was verergerd tijdens vier cycli van chemotherapie op basis van een platinaverbinding. De patiënten werden gerandomiseerd naar een combinatie van twee immunotherapeutische middelen, in casu nivolumab en ipilimumab, één immunotherapeutisch middel, in casu nivolumab alleen, of een placebo. De behandeling werd toegediend tot verergering van de tumor, overlijden, optreden van onaanvaardbare toxiciteit, maar niet langer dan twee jaar.In de totale overleving, het primaire eindpunt, werd geen significant verschil vastgesteld tussen de drie behandelingsgroepen: 9,6 maanden in de placebogroep, 9,2 maanden in de 'nivolumab + ipilimumab'-groep (HR 0,92 in het nadeel van de immunotherapie) en 10,4 maanden in de nivolumabgroep (HR 0,84 in het voordeel van de immunotherapie) hoewel de progressievrije overleving iets beter was: 0,3 maanden langer met nivolumab + ipilimumab en 0,5 maanden langer met nivolumab alleen. Een ontgoocheling dus. Bij de patiënten die werden behandeld met nivolumab in monotherapie, werd wel een betere totale overleving waargenomen als de onderhoudstherapie kort na de chemotherapie werd gestart (≤ 5 weken). Dat punt zou dus nog verder moeten worden onderzocht.Het percentage patiënten dat bijwerkingen heeft ontwikkeld, en het percentage patiënten dat de behandeling heeft stopgezet wegens toxiciteit, bedroegen respectievelijk 86%/31% met nivolumab + ipilimumab, 61%/9% met nivolumab alleen en 50%/<1% met de placebo.