...

De studie werd uitgevoerd bij 735 oncologen jonger dan 40 jaar. 595 oncologen hebben de vragenlijst beantwoord. De Engelse specialiste heeft zich voor haar studie specifiek gericht tot jongere artsen. Net zoals hun oudere collegae moeten ze complexe beslissingen nemen en lang werken, maar vaker dan oudere collegae krijgen ze ook te kampen met administratieve bekommernissen en medisch-legale klachten. Hun werklast blijkt ook zwaarder te zijn. "Andere studies waaronder een zeer grote Amerikaanse studie uitgevoerd bij oncologen van 50 jaar en ouder, hadden al een zeer hoge incidentie van burn-out vastgesteld, zei dr. Suzan Banerjee. Met de vragenlijst die ze naar jonge oncologen had gestuurd, probeerde ze informatie te verzamelen over de frequentie van depersonalisatie van de patiënten, het gevoel dat hun werk geen zin (meer) heeft, en emotionele stoornissen. De studie werd in 40 landen verspreid over heel Europa uitgevoerd, van de Oeral tot de Atlantische Oceaan. Vrij verrassend is dat de Engelse onderzoekster en haar collegae hebben vastgesteld dat 71% van de jonge oncologen een burn-out vertoonde. Er waren wel belangrijke geografische verschillen. In de noordse landen en het Verenigd Koninkrijk was dat maar de helft en in Centraal-Europa was dat meer dan 80%. In België, Frankrijk en Nederland vertoonde twee derde van de jonge oncologen een burn-out. De frequentste oorzaken die werden aangehaald om het optreden van een burn-out te verklaren, waren een onevenwichtigheid tussen het beroeps- en het privéleven (63%), en te weinig vakantie. "Als er geen goed evenwicht is tussen het beroep en het privéleven, is het risico op ontwikkeling van een burn-out 3,6-maal hoger. Wie geen vakantie neemt, loopt 1,8-maal meer kans om een burn-out te ontwikkelen." Bij de artsen van Oost-Europa blijkt het feit dat ze niet in groep kunnen werken, een belangrijke rol te spelen. Andere factoren waren een te groot aantal patiënten en te weinig personeel. De auteurs stellen dat ook persoonlijke factoren meespelen zoals het ontbreken van een stabiele relatie met een partner en een gezinsleven met kinderen. De studie heeft nog een ander belangrijk punt ontdekt. Artsen die binnen het ziekenhuis geen hulp kunnen krijgen, ontwikkelen gemakkelijker een burn-out. "In onze studie zei 74% van de respondenten dat ze geen steun kregen. We hebben vandaag vernomen dat in België psychologen kunnen worden geïntegreerd in het verzorgingsteam, wat een goede zaak is", zei Suzan Banerjee. "We hebben ook getracht een model te ontwikkelen om burn-out te voorspellen. Dat model is gebaseerd op de verschillende factoren die in de studie worden beschreven, maar ook op de tijd nodig om de afstand tussen het ziekenhuis en thuis af te leggen. Met dat model kunnen we met een precisie van 75% voorspellen welke jonge oncologen een burn-out dreigen te ontwikkelen." Dit is de eerste grote studie van burn-out bij jonge oncologen in Europa. "Dat is pas een eerste fase van onze studie. Als een burn-out wordt gediagnosticeerd, moet je er een oplossing voor vinden." Maar daar wringt net het schoentje. "Een eerste stap is waarschijnlijk het evenwicht tussen beroeps- en privéleven herstellen en ervoor zorgen dat de oncologen zo nodig hulp kunnen krijgen, met name van een psycholoog. Dat komt niet alleen hun welzijn ten goede, maar waarschijnlijk ook hun werk en uiteindelijk de kwaliteit van de zorg die ze aan de patiënten verstrekken", concludeerde Suzan Banerjee.