...

Borstreconstructie is een zeer complexe materie. "Soms zien zowel patiënten als collega's uit andere disciplines het bos door de bomen niet meer. Het is een subspecialisme waarbij de mogelijkheden bovendien snel toenemen, " aldus dr. Colpaert. "Van de vrouwen die een mastectomie ondergaan, kiest meer dan de helft om geen borstreconstructie te laten uitvoeren. Dit heeft deels te maken met de leeftijdscurve van borstkanker. Deze vrouwen kunnen zich behelpen met een externe prothese die in een speciale bh past. Voor mensen die wel opteren voor een borstreconstructie zijn er meestal individuele argumenten die maken dat één of twee technieken de voorkeur genieten. Het is dus geen menukaart waaruit men kan kiezen." "De meeste borstreconstructies worden aansluitend aan de amputatie, en dus onmiddellijk gedaan. Vandaag de dag wordt daar meer en meer voor geopteerd als een patiënt hiervoor in aanmerking komt. Dat is uiteraard alleen maar beter, aangezien er slechts één operatie nodig is en de patiënt zichzelf nooit zonder borst heeft moeten zien. Vanuit onze optiek levert het tevens mooiere borsten op. De amputatie kan immers huidsparend gebeuren. Bovendien behouden de patiënten meer gevoel." Elk jaar worden er 1.300 eigenweefselreconstructies uitgevoerd in België. Wereldwijd vormen eigenweefselreconstructies de gouden standaard onder de borstreconstructies. De techniek heeft dan ook heel wat voordelen. Zo wordt de borst gemaakt uit eigen vetweefsel, dat in 95% van de gevallen van de buik komt. De bil, taille of dijen vormen alternatieve opties. In vergelijking met een implantaatreconstructie, ziet de borst er beter uit, voelt het zachter aan en is het ook comfortabeler. Daarnaast gaat dit type reconstructie levenslang mee. Eigenweefselreconstructies zijn niet vrij van nadelen. "Zo heb je altijd elders op het lichaam een tweede litteken. Bovendien is de operatie veel langer en zwaarder. Ziekenhuizen hebben daarnaast een grotere infrastructuur nodig, met goed werkende intensieve zorgen. Tenslotte is de leercurve om chirurgen hierin op te leiden veel langer dan voor implantaatreconstructies." Ondertussen bestaan er verschillende technieken om eigen weefsel te verplaatsen. De perforator-flap is hierin veruit de meest geavanceerde en vervangt de oudere technieken. Hier wordt namelijk geen buikspier opgeofferd om de bloedvoorziening van de flap te voorzien, maar wordt er een slagader en ader mee verplaatst. Deze techniek kent wel een hogere technische moeilijkheidsgraad, en aldus een langere operatieduur. "Er zijn vier groepen van patiënten waarbij zeker geopteerd wordt voor een implantaatreconstructie: vrouwen die graag een borstvergroting willen, zij die reeds implantaten hadden voor de diagnose, vrouwen die niet genoeg vetweefsel hebben, en zij die geen lange narcose aankunnen. Dan bestaat er nog een grote groep die wel de keuze heeft, waar de voor- en nadelen van elk type reconstructie moeten worden afgewogen." Het voornaamste voordeel van een implantaatborst is de korte ingreep zonder bijkomende littekens. De nadelen zijn anderzijds niet mals. Zo dient er bij onvoldoende huid na mastectomie gebruik gemaakt te worden van een weefselexpander, die wekelijks de huid oprekt om in een tweede operatie vervangen te worden door een implantaat. Dit kan voor sommigen een pijnlijk proces zijn. Verder is de kans op wondproblemen bij dit type reconstructie groter omdat het een vreemd materiaal betreft. Een ander nadeel is dat een implantaatborst niet echt op een natuurlijke borst lijkt en er zelden een symmetrie bekomen kan worden met de andere borst. Deze dient dan ook vaak onderhanden genomen te worden. De implantaatborst kan ook zeer koud aanvoelen en evolueert bovendien niet mee in de tijd (bv. met gewichtsschommelingen). Ook kan er kapselvorming optreden, vooral bij bestraalde patiënten. Verder is er vaak te weinig bedekking van het implantaat, wat het ook voelbaar maakt. Een upgrade van de huidenveloppe is dan ook wenselijk. Dit kan met een stuk kunstonderhuid, vetinjecties of de rugspier (m. latissimus dorsi). "Een basic implantaatreconstructie wordt tegenwoordig niet zoveel meer gedaan, omdat de kwaliteit eenmaal afhangt van hoe goed de bedekking is. Voor deze mensen bestaan er nog twee hiaten wat betreft de terugbetaling. Zowel lipofilling als de kunstonderhuid worden nog niet door de overheid terugbetaald, maar zijn bijna onmisbaar voor dit type reconstructie." Om een beeld te vormen: één vel kunstonderhuid voor één borst kost gemakkelijk 3.000 tot 4.000?. Tenslotte kent een implantaatborst een levensduur van 10 tot 15 jaar, waarna een vervangoperatie nodig is. Door slijtage scheurt het implantaat en komt de gel in contact met de rest van de borst, wat meestal irritatie geeft en kan leiden tot een zwelling, maar ook tot kapselvorming. Uiteraard hoort voor de meeste vrouwen bij een nieuwe borst meestal ook een reconstructie van de tepel en het tepelhof. "Dit doen we meestal 6 maanden na de borstreconstructie, omdat we eerst moeten wachten op een optimale symmetrie van de borsten." De tepel wordt eveneens met eigen weefsel gemaakt, en de kleur van het tepelhof wordt getatoeëerd.