...

De mediane follow-up was 10,8 maanden (IQR 7,3-14,3 maanden). Men noteerde 309 overlijdens (51,8 %): 135 (45,3%) in de groep met camrelizumab en chemotherapie en 174 (58,4%) in de groep met placebo en chemotherapie. Camrelizumab plus chemotherapie verbeterde op significante wijze de algemene overleving in vergelijking met placebo plus chemotherapie (mediaan, 15,3 maanden [95% CI, 12,8-17,3] tegenover 12,0 maanden [95% CI, 11,0-13,3]; HR voor overlijden: 0,70 [95% CI, 0,56-0,88]; P = 0,001). Men noteerde een progressie van de aandoening of overlijden bij 199 van de 298 patiënten (66,8%) in de groep met camrelizumab en chemotherapie en 229 van de 298 patiënten (76,8%) in de groep met placebo en chemotherapie. De mediane progressievrije overleving bedroeg 6,9 maanden (95% CI, 5,8-7,4) in de groep met camrelizumab en chemotherapie tegenover 5,6 maanden (95% CI, 5,5-5,7) in de groep met placebo en chemotherapie (HR voor progressie of overlijden, 0,56 [95% CI, 0,46-0,68]; P < 0,001).De progressievrije overleving voor camrelizumab plus chemotherapie had een mediane waarde van 6,9 maand (95% CI, 5,8-7,4; 199 progressies of overlijdens) tegenover 5,6 maanden (95% CI, 5,5-5,7; 229 progressies of overlijdens) voor de groep met placebo en chemotherapie (HR voor progressie of overlijden, 0,56 [95% CI, 0,46-0,68]; P < 0,001).De waarschijnlijkheid op algemene overleving bedroeg in de groep met camrelizumab en chemotherapie na zes maanden 89,2% (95% CI, 85,1%-92,2%); na 12 maanden 61,5% (95% CI, 55,4%-67,1%); en na 18 maanden 42,7% (95% CI, 35,3%-50,0%) en in de groep met placebo en chemotherapie respectievelijk 85,5% (95% CI, 80,9%-89,0%), 49,8% (95% CI, 43,6%-55,6%), en 29,5% (95% CI, 22,9 %-36,3%), respectievelijk.Behandelingsgerelateerde bijwerkingen traden op bij 296 (99,3%) van de 298 patiënten in de groep met camrelizumab en chemotherapie en 288 (97,0%) van de 297 patiënten in de groep met placebo en chemotherapie. Behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3 of erger werden waargenomen bij 189 patiënten (63,4%) in de groep met camrelizumab en chemotherapie en 201 patiënten (67,7%) in de groep met placebo en chemotherapie, met als meest voorkomende bijwerkingen verminderde neutrofielentelling (119 [39,9%] tegenover 129 [43,4%]), verminderde wittebloedcellentelling (72 [24,2%] tegenover 79 [26,6%]), en anemie (52 [17,4%] tegenover 40 [13,5%]). Ernstige behandelingsgerelateerde bijwerkingen kwamen voor bij 90 patiënten (30,2%) in de groep met camrelizumab en chemotherapie en 69 patiënten (23,2%) in de groep met placebo en chemotherapie, met pneumonie (17 [5,7%] tegenover 8 [2,7 %]) als meest voorkomende. Luo, H., Lu, J., BS; Bai,Y. et al. The ESCORT-1st Randomized Clinical Trial. JAMA. 2021;326(10):916-925. doi:10.1001/jama.2021.12836