...

Bij de 76 symptomatische patiënten (50 vrouwen) in deze retrospectieve studie (2002-2013) werd een beeldvorming door magnetische kernspinresonantie (MRI) uitgevoerd ofwel een CT-scan als een MRI gecontra-indiceerd was. Bij vermoeden van maligniteit werd waar mogelijk (bij 22 patiënten, 29%) een biopsie via posterieure weg tijdens een CT-scan uitgevoerd. De beeldvorming gaf een diagnose van retrorectale tumor in 100% van de gevallen, wat bij alle patiënten uitmondde in abdominale, perineale of gemengde chirurgie. Bij 72 patiënten (95%) kon de diagnose van goedaardige of kwaadaardige tumor worden gesteld met het beeldvormingsonderzoek. Bij de overige vier patiënten werd bij beeldvormingsonderzoek een verkeerde diagnose gesteld (twee patiënten met een kwaadaardige tumor die volgens het beeldvormingsonderzoek goedaardig was, en twee patiënten met een goedaardige tumor die volgens het beeldvormingsonderzoek kwaadaardig was), maar dat resulteerde niet in een wijziging van de behandeling. Beeldvorming heeft dus een sensitiviteit van 88% en een specificiteit van 97% bij het herkennen van het al dan niet goedaardige karakter van een retrorectale tumor. De sensitiviteit en de specificiteit van een biopsie waren respectievelijk 83% en 100%. Het percentage exacte diagnose (bevestigd bij het uiteindelijke histologische onderzoek) was 64/76 (84%) met beeldvorming en 19/22 (86%) met een biopsie.