...

Je hoeft de screening niet te starten voor de leeftijd van 21 jaar, ongeacht de leeftijd waarop voor het eerst geslachtsgemeenschap heeft plaatsgevonden. Eén uitzondering: jonge immunogedeprimeerde patiënten.Bij vrouwen van 21 tot 29 jaar volstaat een baarmoederhalsuitstrijkje om de drie jaar. Bij vrouwen van 30 tot 65 jaar wordt een screening om de vijf jaar met cytologisch onderzoek en opsporing van HPV aanbevolen, maar een uitstrijkje alleen om de drie jaar is ook aanvaardbaar. Drie uitzonderingen: patiënten die al baarmoederhalskanker hebben gehad, immunogedeprimeerde patiënten en patiënten die werden blootgesteld aan diëthylstilbestrol (DES).Het wordt aanbevolen de screening op de leeftijd van vijfenzestig jaar stop te zetten bij vrouwen bij wie het uitstrijkje bij de laatste drie onderzoeken (negen jaar) of de gecombineerde screening tijdens de laatste tien jaar negatieve uitkomsten heeft gegeven.In geval van voorgeschiedenis van CIN (cervical intraepithelial neoplasia) II of III of een adenocarcinoma in situ moet de screening met dezelfde frequentie worden voortgezet gedurende 20 jaar na behandeling van het letsel, ook na de leeftijd van 65 jaar.Er worden ook richtlijnen geformuleerd voor specifieke situaties: na een hysterectomie, in geval van ASC-US (Atypical squamous cells of undetermined significance) in een uitstrijkje en negatieve HPV-test, in geval van een negatief uitstrijkje met positieve HPV-test, na toediening van een HPV-vaccin en bij hoogrisicovrouwen.Practice Bulletin No. 168: Cervical Cancer Screening and Prevention. Obstet Gynecol, 2016; 128: 111-30.