...

Meerdere studies hebben aangetoond dat aspirine de totale en de specifieke overleving verbetert bij patiënten met een colorectale kanker met een mutatie van PIK3CA (daling van de sterfte met 35%) (1). Er was echter nog twijfel over het nut van die behandeling bij patiënten met een gemetastaseerde colorectale kanker.Het Moffitt Cancer Center in Tampa en de Melbourne Royal Hospital and Western Hospitals in Australië hebben hun krachten gebundeld en 185 patiënten gerekruteerd die voldeden aan die criteria. 136 van de 185 patiënten hadden geen aspirine gekregen. Er waren geen significante demografische verschillen tussen de twee groepen behalve wat de ligging van de primaire tumor betreft (vaker in het rechtercolon dan in de andere groep).In de studie van Liao (2) waren de patiënten vergelijkbaar wat dat betreft, maar de patiënten die aspirine hadden gekregen, vertoonden vaker een stadium I-kanker dan de patiënten die geen aspirine hadden gekregen. Volgens Kothari kan dat het verschil in de resultaten uitleggen.De Australisch-Amerikaanse groep heeft geen verschil in totale overleving gevonden tussen de patiënten met en de patiënten zonder aspirine. Er was evenmin een significant verschil in specifieke overleving hoewel er misschien een zekere tendens tot verbetering was. Multivariate analyse heeft evenmin een verklaring gegeven en kon geen verschil vinden tussen de groepen behalve wat het ziektestadium betreft. Bij multivariate analyse vonden de patiënten met een verder gevorderd stadium de meeste baat bij de behandeling, maar het verschil was niet significant (HR = 0,40; 95% BI: 0,21-1,00; p = 0,06).De resultaten die Liao heeft behaald bij patiënten met een colorectale kanker met gemuteerd PIK3CA, konden dus niet worden bevestigd in deze studie. Kothari erkent evenwel dat het een retrospectieve studie betreft en dat de follow-up vrij beperkt is. Misschien moet eens worden nagekeken bij welk type PIK3CA-mutatie de behandeling de beste resultaten geeft.