...

Een neuro-endocriene tumor (NET) is een kanker die eender waar in het lichaam kan ontstaan, maar vooral voorkomt in de longen en het maag- en darmstelsel. Sommige van deze tumoren scheiden stoffen af waardoor patiënten klachten ervaren zoals roodheid in het gelaat, diarree of flauwtes door een tekort aan suiker in het bloed. Hoewel neuro-endocriene tumoren vroeger beschouwd werden als erg zeldzaam, blijkt uit nieuwe gegevens dat deze tumoren de tweede meest voorkomende kankers van het spijsverteringsstelsel zijn. Spijtig genoeg wordt deze kanker vaak ontdekt in een laat stadium, wanneer de ziekte reeds ongeneeslijk is. Hoeveelheid tumormateriaal Een snelle diagnose is essentieel om genezing mogelijk te maken. Daarom heeft een team van onderzoekers van de Universiteit Antwerpen, samen met artsen van NETwerk, een samenwerkingsverband van acht ziekenhuizen waaronder het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, een studie uitgevoerd. Via een eenvoudige bloedname detecteren ze genetisch materiaal van de tumor. Op basis van dit materiaal kunnen de onderzoekers het onderscheid maken tussen een neuro-endocriene tumor en andere types kanker. De hoeveelheid van dit genetisch tumormateriaal in het bloed bepaalt de evolutie van de kanker. Zo waren de onderzoekers in staat om aan de hand van een stijging van het genetisch materiaal te voorspellen wanneer de kanker zou beginnen groeien. Tot op heden werd de groei van de tumor opgevolgd met beeldvorming (bijvoorbeeld CT-scans). Deze ontdekking kan er in de toekomst voor zorgen dat patiënten minder scans moeten ondergaan en dat deze vervangen zouden kunnen worden door een eenvoudige bloedname. Inpassen in patiëntenzorg "Het is de eerste keer dat we genetisch materiaal van de tumor in bloed konden aantonen bij patiënten met neuro-endocriene tumoren," aldus dr. Timon Vandamme, auteur van de studie en coördinator van NETwerk. "Dat we deze resultaten mogen publiceren in Clinical Cancer Research, een belangrijk tijdschrift binnen de kankergeneeskunde, toont aan dat ook andere wetenschappers op deze resultaten zaten te wachten. Nog belangrijker dan collega-onderzoekers zijn natuurlijk de patiënten. We hopen dat we deze resultaten dan ook op korte termijn kunnen inpassen in onze patiëntenzorg." https://clincancerres.aacrjournals.org/content/early/2021/11/08/1078-0432.CCR-21-2291