...

De mediane follow-up bedroeg 75 maanden (IQR 50-100): 74 maanden (47-100) in de groep met adjuvante radiotherapie en 78 maanden (52-101) in de groep met salvage-radiotherapie. De mediane PSA-waarde bedroeg 0,24 ng/mL (IQR 0,22-0,29) op het ogenblik dat de salvage-radiotherapie werd gestart. Het mediane tijdsinterval tussen ad random toewijzing en radiotherapie was 1,1 maand (IQR 0,3-4,4) in de groep met adjuvante radiotherapie en 23 maand (4-100) in de groep met salvage-radiotherapie. Men noteerde 58 voorvallen, 25 in de groep met adjuvante radiotherapie en 33 in de groep met salvage-radiotherapie. De 5-jaars progressievrije overleving was 92% in de groep met adjuvante radiotherapie en 90% in de groep met salvage-radiotherapie (HR 0,81, 95% CI 0,48-1,36; p=0,2). In het totaal overleden 24 (6%) van de 424 patiënten, 14 (7%) van de 212 in de groep met adjuvante radiotherapie en 10 (5%) van de 212 in de groep met salvage-radiotherapie. De 5-jaars algemene overleving was 96% (95% CI 92-98) in de groep met adjuvante radiotherapie en 99% (96-100) in de groep met salvage-radiotherapie (HR 1,60, 95% CI 0,71-3,60; p=0,25). Vroegtijdige nevenwerkingen werden waargenomen bij 184 (87%) van de 212 patiënten in de groep met adjuvante radiotherapie en 93 (44%) van de 212 patiënten in de groep met salvage-radiotherapie. Wat betreft graad 3 of erger noteerde men zes patiënten in de groep met adjuvante radiotherapie en vier in de groep met salvage-radiotherapie. Laattijdige nevenwerkingen werden weerhouden bij 196 (92%) van de 212 patiënten in de groep met adjuvante radiotherapie en 90 (42%) van de 212 patiënten in de groep met salvage-radiotherapie. Laattijdige genito-urinaire bijwerkingen werden gerapporteerd bij 155 (73%) van de 212 patiënten in de groep met adjuvante radiotherapie en 62 (29%) van de 212 patiënten in de groep met salvage-radiotherapie. Ze bestonden hoofdzakelijk uit urinaire incontinentie, pollakisurie, nycturie en hematurie. Laattijdige genito-urinaire bijwerkingen graad 3 of erger werden waargenomen bij 12 (6%) van de 212 patiënten in de adjuvante groep en bij drie (1%) van de 212 patiënten in de salvage-groep (p=0,018). Laattijdige gastro-intestinale nevenwerkingen werden gerapporteerd bij 94 (44%) van de 212 patiënten in de groep met adjuvante radiotherapie en 42 (20%) van de 212 patiënten in de groep met salvage-radiotherapie en ze bestonden hoofdzakelijk uit rectale bloeding, diarree en proctitis. Laattijdige gastro-intestinale nevenwerkingen van graad 3 of erger werden waargenomen bij 8 (4%) van de 212 patiënten in de groep met adjuvante radiotherapie en bij 1 (<1 %) van de 212 patiënten in de groep met salvage-radiotherapie (p=0,044). Sargos, P., Chabaud, S., Latorzeff, I. et all: Adjuvant radiotherapy versus early salvage radiotherapy plus short-term androgen deprivation therapy in men with localised prostate cancer after radical prostatectomy (GETUG-AFU 17): a randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol 2020; 21: 1341-52. doi: 10.1016/S1470-2045(20)30454-X.