...

Het eerste onderzoek werd uitgevoerd bij 18 mannen en 18 vrouwen die hun weg moesten vinden in een virtueel labyrint met behulp van een 3D-bril en een joystick. In het tweede onderzoek kreeg de helft van 42 deelnemers een druppeltje testosteron op de tong voor ze de test uitvoerden, en de andere helft een placebo. De onderzoekers konden echter ook aantonen dat de betere oriëntatie van mannen niet met hun hersenen te maken heeft, maar gewoon met het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Uit het eerste onderzoek bleek ook dat mannen dubbel zoveel taken tot een goed einde brengen door binnenwegen te nemen en door gebruik te maken van cruciale oriëntatiepunten, terwijl vrouwen liever hun visuele geheugen gebruiken. Het tweede onderzoek heeft trouwens aangetoond dat vrouwen die testosteron krijgen zich efficiënter verplaatsen en meer gebruik maken van oriëntatiepunten. Daarnaast evalueerden de onderzoekers ook de hersenactiviteit van de deelnemers met behulp van een MRI-scan, en daaruit bleek dat mannen andere delen van hun hersenen gebruiken om zich te oriënteren dan vrouwen. Mannen maken vaker gebruik van de hippocampus, die een rol speelt bij het gevoel voor hoofdrichtingen, en vrouwen van hun frontale zones. Oriëntatieverlies is een van de eerste symptomen van de ziekte van Alzheimer, waardoor tweemaal zoveel vrouwen als mannen getroffen worden. De conclusies van deze studie kunnen dan ook helpen om de ontwikkeling van die ziekte beter te begrijpen en tonen aan dat geslachtshormonen mogelijk een rol spelen bij neurodegeneratieve aandoeningen. Die hypothese moet evenwel nog bevestigd worden.