...

Het team heeft daar de belangrijkste kenmerken uit kunnen afleiden en kunnen bepalen uit welke atoomgroepen het bestaat. De groep heeft de structuur van het virus dus werkelijk in kaart gebracht en vastgesteld, wat niet echt een verrassing is, dat die structuur sterke overeenkomsten vertoont met die van andere flavivirussen met een RNA-genoom, en in het bijzonder met het denguevirus. De Amerikaanse onderzoekers ontdekten echter dat het glycoproteïne E van het zikavirus in belangrijke mate verschilt van dat van het denguevirus. Dat eiwit bevindt zich op het oppervlak van het virus en bindt zich aan menselijke cellen. De variatie van het glycoproteïne E zou kunnen verklaren waarom het virus door de placentabarrière gaat en neuronale stamcellen van de foetus kan aanvallen, wat aanleiding kan geven tot congenitale misvormingen zoals foetale micro-encefalie, en waarom het een guillain-barrésyndroom kan veroorzaken, dat tot verlamming leidt bij volwassenen. Die ontdekking kan de ontwikkeling van virusremmers en vaccins versnellen. Zo zou een stof die de verbinding tussen het zikavirus en de cellen blokkeert de infectie kunnen bestrijden. Bovendien openen de structurele verschillen tussen het glycoproteïne van het zika- en van het denguevirus mogelijkheden om diagnostische tests te ontwikkelen waarmee een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen beide infecties.