...

Die bacteriën van de darmflora zijn aanwezig bij 40% van de mensen met de ziekte van Crohn en dringen door de mucus op de darmwand, waardoor ze een immuunreactie uitlokken en de ontsteking verergeren. De auteurs onderzochten het genoom van die bacteriën op zoek naar analoge sequenties die zouden getuigen van de aanwezigheid van een gen dat codeert voor een mucinase. Hun strategie bleek lonend te zijn, want er werd een gen gevonden dat aan de criteria voldeed en de werking ervan werd onderzocht. Het gen, dat Vat-AIEC werd genoemd, codeert voor een enzym dat bijdraagt tot de virulentie van pathogene stammen van E. coli, waaronder AIEC. De auteurs stelden ook vast dat het mucinase de darmmucus niet langer kon afbreken in een experiment waarbij het gen in kwestie uit het bacteriële genoom werd verwijderd. Enkele weken eerder had een ander team van het Inserm al aangetoond dat een stoornis in de aanmaak van de essentiële vetzuren 15-HETE in de darm mogelijk een rol speelt bij het ontstaan van de ziekte van Crohn. Die vetzuren worden afgegeven door gliacellen en regelen de doorlaatbaarheid van de darmbarrière. Die ontdekkingen kunnen leiden tot nieuwe selectieve doelwitten bij de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen deze vaak voorkomende en invaliderende darmaandoening.