...

Eerdere studies hadden al aangetoond dat het geboortegewicht lager is bij een prenatale consumptie van cafeïne van 300 mg/dag of meer. Dierexperimenteel onderzoek heeft voorts nefaste langetermijneffecten op de ontwikkeling van de lever vastgesteld, waardoor het risico op niet-alcoholische vetlever stijgt. Het onderliggende mechanisme was echter nog niet ontrafeld.Prof. Hui Wang et coll. hebben bij drachtige ratten de effecten van lage hoeveelheden cafeïne (vergelijkbaar met 2-3 koppen koffie per dag) vergeleken met die van hoge hoeveelheden op de leverfunctie op de leverfunctie en de plasmaconcentratie van glucocorticosteroïden en IGF-1 bij de jongen. Resultaat? Niet alleen wogen de jongen minder bij de geboorte, de jongen van ratten die hoge hoeveelheden cafeïne hadden gekregen, vertoonden een lagere plasmaconcentratie van IGF-1 (insulin-like growth factor-1) en een hogere plasmaconcentratie van corticosteron, een stresshormoon, wat gepaard ging met een gebrekkige ontwikkeling van de lever. Tijdens de eerste weken na de geboorte werd echter een stijging van de IGF-1-spiegel en de expressie van de IGF-1-signalisatie in de lever gemeten, wat gepaard ging met een betere groei van de lever en een betere leverfunctie, en een daling van de plasmaconcentratie van corticosteron. De Chinese wetenschappers hebben ook vastgesteld dat prenatale blootstelling aan cafeïne tijdens de dracht correleerde met een hoger risico op niet-alcoholische vetlever bij de F1-nakomelingen op volwassen leeftijd. Volgens hen is dat waarschijnlijk toe te schrijven aan de postnatale compensatoire stijging van de IGF-1-activiteit. (referentie: Journal of Endocrinology, september 2019, DOI: org/10.1530/JOE-19-0066https://joe.bioscientifica.com/view/journals/joe/242/3/JOE-19-0066.xml