...

Nadat microbioloog Peter Noble en zijn collega's twee jaar eerder onderzoek hadden gedaan naar de talrijke aanwezigheid van bacteriën in de verschillende menselijke organen na de dood, besloten ze nu een nieuwe methode toe te passen om maatstaven voor genactiviteit in post-mortemstalen te kalibreren bij muizen en zebravisjes.De wetenschappers bepaalden de wisselende hoeveelheden van boodschapper-RNA in bepaalde weefsels van die dieren tussen 0 en 96 uur na het stilvallen van hun vitale functies. Een toename van die moleculen betekent dat er eiwitten worden aangemaakt en dat er dus nog werkende genen zijn.En dat bleek inderdaad het geval te zijn. Bij de muizen bleven er tot twee uur na de dood 515 genen actief en bij zebravisjes bleven er gedurende vier volle dagen 548 genen actief. Meer nog, de activiteit van bepaalde genen nam in de eerste 24 uur na de dood van de dieren zelfs nog toe, wat erg verrassend is. Peter Noble gaat ervan uit dat die genen actief worden op het moment dat het dier sterft, terwijl ze tijdens het leven onderdrukt werden door een reeks andere genen.Volgens de auteurs van deze studie gaat het om genen die een gunstige werking hebben in noodsituaties, omdat ze het immuunsysteem stimuleren of stress of ontsteking tegengaan. Andere genen zouden een rol spelen bij taken zoals de embryonale ontwikkeling, waaruit we kunnen afleiden dat de cellulaire omstandigheden in pas overleden organismen overeenkomsten vertonen met die in embryo's . Andere genen verhogen dan weer het risico op kanker, wat zou kunnen verklaren waarom mensen die een transplantaat van een pas overleden donor krijgen, meer risico lopen om kanker te ontwikkelen.Volgens de onderzoekers is het mogelijk dat een vergelijkbaar proces zich ook bij de mens voltrekt. Uit eerdere studies was al gebleken dat bepaalde genen, met name degene die een rol spelen bij de contractie van de hartspieren en de wondheling, tot meer dan 12 uur na het overlijden van hun eigenaar actief blijven.Deze ontdekking stelt niet alleen onze voorstelling van de dood bij, maar kan ook andere implicaties hebben. Zo zouden nieuwe, efficiëntere methodes voor orgaantransplantatie kunnen worden ontwikkeld en zou het exacte tijdstip van overlijden kunnen worden bepaald bij mensen die vermoord zijn, wat cruciaal kan zijn voor het politieonderzoek.(referentie: Science, 22 juni 2016, DOI: 10.1126/science.aaf5802)