...

De onderzoeksgroep, bestaande uit een internationaal team van gynaecologen, oncologen en radiologen, coördineert de multicentrische studies vanuit UZ en KU Leuven. IOTA bundelt de gegevens van tientallen centra wereldwijd, goed voor een databank van meer dan 30.000 patiënten. Prof. Wouter Froyman, gynaecoloog in het UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie, verduidelijkt de impact van dit onderzoek. De 'Two Step Strategy' is een diagnostische methode die zich (voor het grootste deel) baseert op echografie. In de eerste stap filtert men er de duidelijk geruststellende cysten uit. Die zijn eenvoudig te herkennen op echo a.d.h.v. enkele 'descriptors' of visuele kenmerken die IOTA aanreikt. "Het gaat dan bijvoorbeeld om de typische endometriosecyste, of een benigne teratoom. In dergelijke gevallen kan de gynaecoloog geruststellen en is vaak een conservatieve opvolging mogelijk", voegt prof. Froyman eraan toe. In de tweede stap worden de resterende, moeilijker te karakteriseren cysten nader onderzocht met behulp van het ADNEX-model. Dat wiskundig model, dat ook in Leuven ontwikkeld werd in 2014, berekent de kans op kwaadaardigheid. ADNEX maakt sinds kort deel uit van de internationale richtlijnen(2). "Aan de hand van drie patiëntkenmerken, waaronder de leeftijd en een biomarker in het bloed, en zes echografische kenmerken, zoals de grootste diameter van het letsel en de aanwezigheid van ascites in de buikholte, krijgen de tumoren een risicoscore voor maligniteit", legt de specialist uit. "In functie van die score delen we de cyste in volgens het Ovarian-Adnexal Imaging-Reporting-Data System (O-RADS)." O-RADS 1 is een normale eierstok, klassen 2-3 zijn de wellicht goedaardige cysten en voor klassen 4-5 is er een (zeer) grote kans op kwaadaardigheid. "Een juiste triage is cruciaal," benadrukt prof. Froyman, "want die bepaalt de aangewezen strategie. Het spreekt voor zich dat kanker onderschatten gevaarlijk is, maar omgekeerd is overdiagnostiek ook nefast. Onnodige ingrepen en complicaties moet je altijd vermijden. Bij goedaardige cysten kan je dus opteren voor een conservatief beleid, (als de patiënte weinig of geen klachten ondervindt), of kan je minimaal invasief en fertiliteitsparend te werk gaan." Voor ovariumcysten t.e.m. O-RADS klasse 3 kan de patiënte bij een algemeen gynaecoloog terecht. Voor de hogere klassen (O-RADS 4 en 5) moet een gynaecologisch oncoloog ingeschakeld worden. "Dan is er uitgebreidere, agressievere chirurgie en vaak een nabehandeling nodig", legt Wouter Froyman uit. De meerwaarde van IOTA fase 5 is dat deze tweestapsstrategie nu ook getest en gevalideerd werd op een grote patiëntengroep die representatief is voor de algemene populatie. Vorige studies onderzochten uitsluitend patiënten die geopereerd werden, en bijgevolg hoog-risico waren. Hier werden ongeveer de helft van de 4.905 patiëntes conservatief opgevolgd, zoals ook in de klinische praktijk het geval is. "Deze studie bewijst dat onze methode ingezet kan worden om eierstokcysten in te delen in risicogroepen, om de behandeling of opvolging ervan accuraat te sturen", vat prof. Froyman samen. Het grote voordeel is dat de methode zo simpel is. "Het zijn zaken die je kan afvinken of meten in minder dan een minuut. Assistenten en gynaecologen in opleiding zijn er na een korte opleiding meteen mee weg. Het vervangt jarenlange ervaring van gespecialiseerde gynaecologen", onderstreept prof. Froyman. Het ADNEX-model vind je in smartphone-apps of online, en wordt zelfs door een hoop bedrijven gewoon ingebouwd in de software van echografietoestellen. Eierstokkanker blijft een verraderlijke kanker. Uitzaaiingen zijn er vaak al vóór de symptomen optreden. "Screening werkt ook niet voor dit type tumoren, ze evolueren te snel. Het is daarom des te belangrijker om maligne cysten op tijd te identificeren", benadrukt Wouter Froyman. "Die cysten worden vaak toevallig ontdekt, op een scan voor een andere indicatie. Dan is het een kwestie van de juiste behandeling te garanderen." Hij sluit ons gesprek af met de vraag of hij nog wat reclame mag maken voor het IOTA-congres in april. Daar zal alle recente 'evidence' op een rijtje gezet worden. Ook wil hij graag nog doctoraatstudent en eerste auteur van de paper, Stefan Timmerman, in de bloemetjes zetten. "Hij heeft fantastisch werk geleverd."