De prognose van borstkanker, de op een na frequentste kanker ter wereld en veruit de frequentste kanker bij vrouwen, hangt onder meer significant af van de leeftijd van de patiënte. Borstkanker bij jongere vrouwen is vaak agressief en veroorzaakt vaker metastasen. Na metastasering beoogt de behandeling vooral de levenskwaliteit op peil te houden en de overleving te verlengen aangezien de tumor in dat stadium als ongeneeslijk wordt beschouwd. Op het congres van de ESG 2019 in Wenen hebben vorsers van het Portugese Centro Hospitalar e Universitário de Coimbra besproken hoe jongere patiënten met een gemetastaseerde borstkanker in hun centrum worden behandeld, en wat de resultaten van de behandeling zijn. Ze hebben retrospectief de klinische dossiers doorgenomen van vrouwen jonger dan 35 jaar met een gemetastaseerde borstkanker die tussen januari 2009 en december 2018 werden behandeld. Ze hebben informatie verzameld over de kenmerken van de patiënten, de uitgebreidheid van de tumor, de behandeling en de prognose.

De prognose bij vrouwen jonger dan 35 jaar met borstkanker was over het algemeen ongunstig. Borstkanker bij relatief jonge vrouwen blijkt verder zeldzaam te zijn. In bijna tien jaar hebben de vorsers maar 51 gevallen teruggevonden, van wie er vier metastasen hadden op het ogenblik dat de diagnose werd gesteld. Tijdens de behandeling hebben tien andere patiënten metastasen ontwikkeld. Bij de patiënten met metastasen was de prognose slecht: vijfjaarsoverleving van 50%.

De studie werd uitgevoerd bij patiënten jonger dan 35 jaar, maar de meeste patiënten met een gemetastaseerde borstkanker zaten daar niet ver van af: de gemiddelde leeftijd was 32,8 jaar (spreiding 28-35 jaar). 66,6% van de vrouwen had meerdere kinderen gebaard, 87,5% had borstvoeding gegeven en 66,7% had hormonale contraceptie gebruikt. Bijna de helft van de patiënten (42,9%) had een drievoudig negatieve borstkanker, die niet reageert op een hormoontherapie en dus moeilijk te behandelen is. De prognose bij een drievoudig negatieve borstkanker is ook slechter dan bij een hormoongevoelige kanker. 42,9% van de vrouwen had een hormoonreceptorpositief luminaal A carcinoom en twee patiënten hadden een tumor met overexpressie van HER2.

Bij de vrouwen met een gemetastaseerde borstkanker werd de diagnose van borstkanker laat gesteld: bij 28,6% in stadium IV (de helft van die vrouwen had botmetastasen en de andere helft bot- en levermetastasen) en 71,2% vertoonde lymfeklierinvasie. Alle patiënten hebben een adjuvante chemotherapie gekregen ongeacht het tumortype. Vijf patiënten (36%) met metastasen hebben eerst een chirurgische behandeling gekregen. De 9 andere patiënten met een gemetastaseerde borstkanker hebben een neoadjuvante chemotherapie gekregen en werden daarna geopereerd (tumorectomie of mastectomie). Patiënten met long-, lever- en hersenmetastasen hebben palliatieve chemotherapie gekregen. Er was geen verschil in tumorprogressie of overleving tussen de verschillende kankertypes.

De auteurs benadrukken de vrij hoge incidentie van metastasering ondanks een neoadjuvante of adjuvante chemotherapie bij die jonge patiënten en stellen dat er duidelijk nood is aan betere therapeutische opties bij jonge patiënten met borstkanker.

  • "Metastatic breast cancer - approaches in women before 35 years of age", poster gepresenteerd door by Filipa Coutinho (PT) op het ESG 2019 in Wenen.
De prognose van borstkanker, de op een na frequentste kanker ter wereld en veruit de frequentste kanker bij vrouwen, hangt onder meer significant af van de leeftijd van de patiënte. Borstkanker bij jongere vrouwen is vaak agressief en veroorzaakt vaker metastasen. Na metastasering beoogt de behandeling vooral de levenskwaliteit op peil te houden en de overleving te verlengen aangezien de tumor in dat stadium als ongeneeslijk wordt beschouwd. Op het congres van de ESG 2019 in Wenen hebben vorsers van het Portugese Centro Hospitalar e Universitário de Coimbra besproken hoe jongere patiënten met een gemetastaseerde borstkanker in hun centrum worden behandeld, en wat de resultaten van de behandeling zijn. Ze hebben retrospectief de klinische dossiers doorgenomen van vrouwen jonger dan 35 jaar met een gemetastaseerde borstkanker die tussen januari 2009 en december 2018 werden behandeld. Ze hebben informatie verzameld over de kenmerken van de patiënten, de uitgebreidheid van de tumor, de behandeling en de prognose.De prognose bij vrouwen jonger dan 35 jaar met borstkanker was over het algemeen ongunstig. Borstkanker bij relatief jonge vrouwen blijkt verder zeldzaam te zijn. In bijna tien jaar hebben de vorsers maar 51 gevallen teruggevonden, van wie er vier metastasen hadden op het ogenblik dat de diagnose werd gesteld. Tijdens de behandeling hebben tien andere patiënten metastasen ontwikkeld. Bij de patiënten met metastasen was de prognose slecht: vijfjaarsoverleving van 50%.De studie werd uitgevoerd bij patiënten jonger dan 35 jaar, maar de meeste patiënten met een gemetastaseerde borstkanker zaten daar niet ver van af: de gemiddelde leeftijd was 32,8 jaar (spreiding 28-35 jaar). 66,6% van de vrouwen had meerdere kinderen gebaard, 87,5% had borstvoeding gegeven en 66,7% had hormonale contraceptie gebruikt. Bijna de helft van de patiënten (42,9%) had een drievoudig negatieve borstkanker, die niet reageert op een hormoontherapie en dus moeilijk te behandelen is. De prognose bij een drievoudig negatieve borstkanker is ook slechter dan bij een hormoongevoelige kanker. 42,9% van de vrouwen had een hormoonreceptorpositief luminaal A carcinoom en twee patiënten hadden een tumor met overexpressie van HER2.Bij de vrouwen met een gemetastaseerde borstkanker werd de diagnose van borstkanker laat gesteld: bij 28,6% in stadium IV (de helft van die vrouwen had botmetastasen en de andere helft bot- en levermetastasen) en 71,2% vertoonde lymfeklierinvasie. Alle patiënten hebben een adjuvante chemotherapie gekregen ongeacht het tumortype. Vijf patiënten (36%) met metastasen hebben eerst een chirurgische behandeling gekregen. De 9 andere patiënten met een gemetastaseerde borstkanker hebben een neoadjuvante chemotherapie gekregen en werden daarna geopereerd (tumorectomie of mastectomie). Patiënten met long-, lever- en hersenmetastasen hebben palliatieve chemotherapie gekregen. Er was geen verschil in tumorprogressie of overleving tussen de verschillende kankertypes.De auteurs benadrukken de vrij hoge incidentie van metastasering ondanks een neoadjuvante of adjuvante chemotherapie bij die jonge patiënten en stellen dat er duidelijk nood is aan betere therapeutische opties bij jonge patiënten met borstkanker.