...

In 2015 hebben Britse en Deense vorsers aangetoond dat de androgeenspiegels en met name de testosteronspiegel tijdens het foetale leven hoger waren bij kinderen die na de geboorte autisme hebben ontwikkeld. Die vorsers hebben hun studie overgedaan met analyse van andere steroïdhormonen: de oestrogenen, die door de ovaria worden gevormd.De wetenschappers hebben 275 stalen vruchtwater afkomstig van een Deense biobank onderzocht: 98 stalen van vrouwen die zwanger waren van een kind dat een autismespectrumstoornis heeft ontwikkeld, en 177 van vrouwen die niet-autistische kinderen op de wereld hebben gezet.De vorsers hebben de prenatale concentraties van oestriol, oestradiol, oestron en oestronsulfaat gemeten. Ze hebben daarbij een link vastgesteld tussen een hoge intra-uteriene oestrogeenspiegel en de waarschijnlijkheid van autisme bij de baby. Meer nog, die link blijkt een nog sterkere voorspellende waarde te hebben dan de link met androgenen, die in 2015 werd beschreven."Die nieuwe ontdekking treedt het idee bij dat een prenatale stijging van de geslachtshormonen een van de mogelijke oorzaken van autisme is", commentarieert prof. Simon Baron-Cohen, hoofdauteur van de studie. "Genetische factoren zijn een andere mogelijke oorzaak. Waarschijnlijk wordt de ontwikkeling van de foetale hersenen beïnvloed door een interactie tussen die hormonen en genetische factoren."Nu moet nog worden nagegaan of die hoge hormoonspiegels afkomstig zijn van de zwangere vrouw, de foetus of de placenta en hoe die bronnen eventueel op elkaar inwerken tijdens de zwangerschap. (referentie: Molecular Psychology, 29 juli 2019, doi: 10.1038/s41380-019-0454-9)https://www.nature.com/articles/s41380-019-0454-9