...

Een behandeling met antiretrovirale middelen zorgt ervoor dat de virale belasting onmeetbaar laag wordt zodat het virus niet kan worden overgedragen. Maar het virus blijft in latente toestand in reservoirs zitten, met name in de lymfeklieren. Daardoor is het erg moeilijk om het virus volledig te elimineren. Als de antiretrovirale behandeling wordt stopgezet, zal het virus zich dan ook opnieuw gaan vermenigvuldigen. Dierexperimenteel onderzoek geeft echter toch weer wat hoop om hiv-geïnfecteerde patiënten te "genezen". Bij ruim een derde (9/23) van de "gehumaniseerde" muizen, genetisch gewijzigde muizen die humane T-lymfocyten produceren (de T-lymfocyten zijn de target van het hiv), kon het provirale DNA worden geëlimineerd zonder collaterale schade. Er werd geen spoor van het virus meer teruggevonden in het bloed, het lymfoïde weefsel, het beenmerg en de hersenen.De auteurs hebben dat veelbelovende resultaat behaald dankzij een sequentiële combinatie van LASER ART en genetische manipulatie met CRISPR-Cas9. Bij LASER ART (Long-ActingSlow-Effective Release Antiviral Therapy) worden de klassieke antiretrovirale middelen gegeven in de vorm van nanokristallen, die de werkzame stoffen trager afgeven, gedurende maanden in plaats van gedurende enkele dagen, zodat ze beter de reservoirs bereiken. Met CRISPR-Cas9 werden specifieke DNA-fragmenten van het hiv-1 in vivo uitgesneden, waardoor het geïntegreerde provirale DNA werd verwijderd.Bij gebruik van een van beide technieken alleen is bij alle geïnfecteerde muizen een virale rebound opgetreden. Enkel de combinatie van beide blijkt effectief te zijn. Het zou wenselijk zijn studies op te starten bij mensapen en vervolgens bij de mens. De reservoirs bij muizen zijn immers niet identiek aan die bij de mens.(referentie: Nature Communications, 2 juli 2019, DOI:10.1038/s41467-019-10366-y)https://www.nature.com/articles/s41467-019-10366-y#article-info