...

Twintig jaar na de invoering van de wet over euthanasie zijn er nog steeds zorg- instellingen die proberen om de vraag naar euthanasie te weigeren, zegt LEIF-arts Gerlinde Wijnen. "Iets wat mijn collega's en ikzelf in sommige WZC's zien, is een 'visie' in de opnameovereenkomst die de uitvoering van euthanasie uitsluit. Wanneer een bewoner om euthanasie vraagt, wordt met die tekst gezwaaid. Op zo'n moment hebben de bewoner noch de familie zin in een conflict - daar rekenen de instellingen dan blijkbaar op. Het eindigt er dan soms mee dat de bewoner naar een andere locatie overgebracht moet worden om de euthanasie uit te voeren." Volgens Christophe Lemmens, gastprofessor medisch recht aan de UA en advocaat-partner bij het advocatenkantoor Dewallens & partners, gespecialiseerd in het gezondheidsrecht, is een dergelijke bepaling waardeloos. "De wet bepaalt uitdrukkelijk dat geen enkele clausule mag beletten dat een arts euthanasie uitvoert volgens de wettelijke voorwaarden. Zo'n clausule is overigens vergelijkbaar met de informed consent voor een ingreep, die de patiënt op basis van het zelfbeschikkingsrecht altijd weer kan intrekken." De voorbije decennia is er wel degelijk vooruitgang geboekt in de aanvaarding van euthanasie in zorginstellingen. Toch krijgen de Antwerpse LEIF-artsen bijna wekelijks te maken met gevallen waarin de uitvoering van euthanasie bemoeilijkt wordt, zegt LEIF-arts Frank Heyvaert. "De wet Patiëntenrechten en de euthanasiewet worden flagrant met de voeten getreden, maar meestal kiezen de patiënt en de familie voor een pragmatische oplossing. Niemand heeft zin in een juridische strijd, ook al omdat er voor een terminale patiënt weinig tijd is. Dus worden patiënten, soms in putje winter, met de ziekenwagen verplaatst voor uitvoering van de procedure. Sommige instellingen laten blijkbaar hun eigen normen en waarden voorgaan op de wens van de patiënt. Het gaat daarbij overigens zeker niet alleen om katholieke of andere levensbeschouwelijke instellingen." "In een bepaald (niet-katholiek) ziekenhuis weigert het diensthoofd geriatrie pertinent dat er euthanasie wordt uitgevoerd", vertelt dr. Gerlinde Wijnen. "Een dame van 90 jaar kwam door verwikkelingen in dat ziekenhuis terecht en vroeg om euthanasie. Die vraag werd meteen afgeblokt. Gelukkig was er een assistente die de wet wel respecteert en een LEIF-arts in het ziekenhuis om advies vroeg. Die adviseerde positief maar werd onder druk gezet. Uiteindelijk nam de familie contact op met andere artsen, maar ook hier hebben we die dame naar huis moeten brengen." Soms wordt geschermd met 'zorgzaamheid' om een euthanasievraag te weigeren, zegt dr. Frank Heyvaert. "Samen met een andere LEIF-arts had ik te maken met een directeur die zich verzette tegen euthanasie bij een niet- terminale bewoner. Hij kende de wet zeer goed, maar veegde de euthanasievraag van tafel omdat volgens hem zorgzaamheid prevaleerde. We wezen hem er op dat de wet gevolgd moet worden en dat een directie daarin geen rol te spelen heeft. Na de wettelijke maand bedenktijd hebben we de euthanasie toch uitgevoerd. Is de mooiste zorgzaamheid die je kunt tonen niet juist de wens van de patiënten respecteren en hen begeleiden bij hun levenseinde?" In andere gevallen trekken de instellingen de wilsbekwaamheid van de patiënt in twijfel, zegt dr. Heyvaert. "Soms zijn terminale patiënten eventjes van de kaart, bijvoorbeeld na een pijnstillende injectie. Net die momenten grijpt men aan om vast te stellen dat de patiënt niet wilsbekwaam zou zijn." Ook dr. Wijnen heeft daarvan al voorbeelden meegemaakt. "Bij een dame met een acute sepsis werd een MMSE (Mini Mental State Examination) afgenomen, waarop zij natuurlijk heel slecht scoorde omdat ze door de sepsis verward was. Later werd die score gebruikt om te stellen dat zij dement en wilsonbekwaam was en dus geen euthanasie kon vragen - terwijl ze toen weer helemaal alert was." Tests zoals de MMSE zijn in dit kader overigens weinig relevant, zegt dr. Heyvaert. Wietse Wiels, neuroloog in het UZ Brussel, stelt duidelijk dat de MMSE en vergelijkbare testen slechts een beperkte waarde hebben voor wilsbekwaamheid bij beslissingen over het levenseinde. "Veel belangrijker en relevanter is een open en duidelijke communicatie in een vertrouwde omgeving waarin de mensen op hun gemak zijn om hun vraag te kunnen stellen. Zo zijn er mensen die de weg naar huis niet meer vinden, maar die wel duidelijk weten dat ze euthanasie willen. Ooit bezocht ik een hoogbejaarde collega met een niet-terminale ongeneeslijke ziekte. Wegens zijn dementeringsproces wilde het WZC de euthanasie niet laten doorgaan. Maar hij besefte perfect dat hij ondraaglijk leed en zo niet verder wilde. Na een rustig gesprek gaven de verantwoordelijken hun verzet tegen de uitvoering op. Nu, ik begrijp artsen die de confrontatie liever vermijden en zoeken naar alternatieven. Sommigen opteren dan voor een oneigenlijk gebruik van palliatieve sedatie, of het aloude versneld opdrijven van morfine als levensbekortend middel." Naar aanleiding van het rapport van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie stelde professor palliatieve zorg Wim Distelmans (VUB) dat sinds het assisenproces artsen vaker twijfelen om euthanasie uit te voeren."Het klopt dat er een sfeer van angst ontstaan is rond euthanasie", zegt dr. Gerlinde Wijnen. "Voor artsen die al niet pro euthanasie waren, is het een mooi excuus om zich achter te verschuilen. Maar die angst is ongegrond: veel collega's weten perfect hoe ze binnen de wet kunnen werken zonder een vervolging te riskeren." "Het voordeel van het proces was dat we als artsen er nog meer dan vroeger op letten dat de procedure correct verloopt", vult dr. Heyvaert aan. "Het is nu bijvoorbeeld duidelijker dat een 'onafhankelijke arts' geen voorafgaande relatie met de patiënt mag hebben."